Taal thema Portret

Taal thema Portret
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Taal thema Portret

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent het oordeel
A
beetje arrogant
B
heel attent
C
erg lomp
D
de mening

Slide 2 - Quiz

Maak een goede vervolgzin:
Wat bent u aan het doen?
'ik ben aan het eten'

Slide 3 - Question ouverte

introvert 
extravert 
Naar buiten gekeerd 
heel open 
naar binnen gekeerd
niet op de voorgrond 

Slide 4 - Question de remorquage

De uitstraling
A
De indruk die iemand maakt.
B
Met zorg en aandacht voor andere.
C
Een persoon met een bepaald uiterlijk
D
Iets belangrijk vinden

Slide 5 - Quiz

Vooroordeel

Slide 6 - Carte mentale

Wat bedoel je met iemand in een hokje plaatsen?

Slide 7 - Question ouverte

Welke hoort er niet bij?
verlegen
arrogant
bang
bedeesd

Slide 8 - Sondage

Wat betekent tenger?
A
Grof
B
Smal
C
Lelijk
D
Mooi

Slide 9 - Quiz

Perfectionistisch

Slide 10 - Carte mentale

Lichaamstaal 
Geen lichaamstaal
ze zegt: 'wat zie je er mooi uit'
ze herhaalt: 'wat heb jij lelijke schoenen'. 
Ze bloost en kijkt  naar hem
Hij stampt hard op de grond om te laten zien dat hij boos is.
Ze schreeuwt zo hard als ze kan 
Met een boze blik kijkt ze naar haar meester.

Slide 11 - Question de remorquage

Wat wordt er bedoelt met: bedeesd?
A
Iets wat opvalt
B
Het postuur dat je hebt
C
Hoe iemand eruit ziet
D
Bang zijn om van je te laten horen

Slide 12 - Quiz

Wat is gracieus?
A
indrukwekkend
B
lichaamsbouw
C
Sierlijk
D
verlegen

Slide 13 - Quiz

Waarom ga je naar een gestelde vraag met antwoord doorvragen?

Slide 14 - Question ouverte

Wat wordt er bedoelt met de ware aard?
A
echt zijn, alles eerlijk vertellen aan je vrienden
B
iets belangrijk vinden, er een passie voor hebben
C
hoe je van binnen bent
D
De manier waarop iets of iemand echt in elkaar zit

Slide 15 - Quiz

Innerlijk

Slide 16 - Carte mentale