Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Levend - dood - levenloos
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Kennismaking
Naambordjes maken en jullie leren kennen
Leerdoelen T1B1
Uitleg T1B1
Opdrachten maken
Tips&Tops
Slide 2 - Diapositive
Kennismaking
Wie ben ik?
Wat verwacht ik van jullie?
Afkortingen (T, B, SO, PW)
Biologie boeken
Naambordjes
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je moet kunnen omschrijven wat biologie is. Ook moet je kunnen onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
Je moet de zeven levensverschijnselen kunnen noemen.
Slide 4 - Diapositive
Biologie is de leer van het leven
Organisme zijn levendewezens (dieren, planten, schimmels en bacteriën). Ze vertonen levensverschijnselen.
Slide 5 - Diapositive
Wat is het verschil tussen levend, dood en levenloos
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Zelfstandig aan het werk
Werkboek Blz. 6
Opdr. 1 t/m 3
Slide 10 - Diapositive
Jouw tekstboek is...
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 11 - Quiz
Jouw mobiel is...
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 12 - Quiz
Als iets geen levenskenmerken meer vertoont dan is het
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 13 - Quiz
Een plant, zoals de zonnebloem, groeit naar het licht doordat de plant kan reageren op lichtprikkels. Dit is een voorbeeld van het levensverschijnsel .........
A
groeien
B
waarnemen
C
bewegen
D
voortplanten
Slide 14 - Quiz
Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?