Ordening en Evolutie

H25 Ordening
-Wat weet je nog van de onderbouw?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H25 Ordening
-Wat weet je nog van de onderbouw?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

2. Je begrijpt wat met ordenen wordt bedoeld.
3. Je kunt beschrijven hoe biodiversiteit kan worden benaderd op verschillende organisatieniveaus: op het niveau van soorten en van genen/DNA.
4. Je kunt uitleggen wat het soortbegrip inhoudt.
5. Je weet dat een populatie een biologische eenheid is in ecosystemen.
6. Je kunt uitleggen hoe de binaire nomenclatuur voor soorten werkt.
7. Je kent het verband tussen de begrippen soort, geslacht en taxon.
8. Je kunt uitleggen dat soorten in te delen zijn op grond van evolutionaire verwantschap.
9. Je begrijpt wat de basis is van een cladogram en hoe deze te lezen is.
10. Je kent het ontstaansverschil tussen homologe en analoge organen.
11. Je weet wat rudimentaire organen zijn.
12. Je weet wat de begrippen convergentie en divergentie betekenen.
13. Je kent de vier Rijken waarin organismen kunnen worden ingedeeld en je weet op grond van welke kenmerken deze indeling gebeurt.
14. Je kunt het verschil uitleggen tussen prokaryoten en eukaryoten.
15. Je kunt met een voorbeeld de generatiewisseling van een dier/plant uitleggen.
16. Je kunt voorbeelden noemen van organismen die zich voortplanten door sporen.
17. Je kunt de levenscyclus van zaadplanten beschrijven.
18. Je kunt met voorbeelden de volledige en onvolledige metamorfose beschrijven. 
 
Wat moet je aan het eind van het hoofdstuk kennen:
Dit is dus niet belangrijk:
 25.8 en 25. 9

Slide 3 - Diapositive

2. Je begrijpt wat met ordenen wordt bedoeld.
4. Je kunt uitleggen wat het soortbegrip inhoudt.
6. Je kunt uitleggen hoe de binaire nomenclatuur voor soorten werkt.
7. Je kent het verband tussen de begrippen soort, geslacht en taxon.
8. Je kunt uitleggen dat soorten in te delen zijn op grond van evolutionaire verwantschap.
13. Je kent de vier Rijken waarin organismen kunnen worden ingedeeld en je weet op grond van welke kenmerken deze indeling gebeurt.
14. Je kunt het verschil uitleggen tussen prokaryoten en eukaryoten.
Wat moet je aan het eind van deze les kennen:

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

let op: goede genen: die overlevings- en voortplantingskans vergroten!!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

NEE
NEE
NEE
NEE
SOMS
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive