Procentuele toe- en afname

 Procenten 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Procenten 

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit iedereen erbij? 

Zijn er dingen die gedeeld/besproken moeten worden?

Slide 2 - Diapositive

vorige les?

Slide 3 - Diapositive

3 soorten sommen
  • Sommen waarbij je 2 getallen weet en je het percentage moet uitrekenen.

  • Sommen waarbij je het geheel, de 100%, weet en waarbij je een deel (percentage) daarvan moet uitrekenen;

  • Sommen waarbij je het deel weet en je het geheel (100%) moet uitrekenen;

Slide 4 - Diapositive

Een deel uitrekenen
Formule




100geheelxdeel=deelvanhetgeheel

Slide 5 - Diapositive

Een pizza heeft 8 stukken, hoeveel stukken is 37,5%?

Slide 6 - Diapositive

Het totaal uitrekenen
Formule




gedeelteaantalx100=geheel

Slide 7 - Diapositive

Van een pizza liggen er nog 6 stukken, dit is 75%. Hoeveel stukken is de gehele pizza?

Slide 8 - Diapositive

Een percentage uitrekenen
Formule




                                               
geheeldeelx100=percentage

Slide 9 - Diapositive

Van een pizza liggen er nog 6 van de in totaal 8 stukken. Hoeveel procent is dit?

Slide 10 - Diapositive

Het oude totaal uitrekenen
Jamie heeft voor dit shirt € 14 betaald.
Hoeveel kost dit shirt normaal?

Slide 11 - Diapositive

Procentuele afname of toename
Als je een procentuele toename berekent, bereken je met hoeveel procent iets gestegen is. Een procentuele afname betekent dat je berekent met hoeveel procent iets gedaald is.
 
Dit doen we als volgt: 
Toename =(nieuw−oud) :oud x 100

Slide 12 - Diapositive

Handige formule 

Slide 13 - Diapositive

Vraag
Gemiddelde omzet 2021  € 580 per dag
Gemiddelde omzet 2022 € 385 per dag

Hoeveel procent meer of minder omzet is er in 2022 behaald?


Stijging of daling in procenten: (nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 14 - Diapositive

Zelf aan de slag
Aan de slag met:
Thema: Wonen niveau 4
Taak: omgaan met financiën 


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 15 - Diapositive