3.4 Het Christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij GS!

1. Telefoon in de tas!
2. Pak je laptop en schrift erbij.
3. Kom in de Lessonup! 
4. Ben je zover? Toppertje 

Wat gaan we doen vandaag?

1. Herhaling paragraaf 1, 2 & 3
2. Leerdoelen
3. Start maken met 3.4 Het Christendom
4. Jezus van Nazareth
5. Keizer Nero
6. Verspreiding Christendom
7. Aan de slag! 

Herhaling 3.1, 3.2 & 3.3

• 3.1 Van stadstaat tot wereldrijk
• 3.2 Langs de Limes
• 3.3 Brood en spelen 

Herhaling H2:
Het Christendom is ... godsdienst?

1. Polytheïstische
2. Monotheïstische

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je:

1.  Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk.
2. Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
3. En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.

3.4 Het Christendom

Jezus van Nazareth

• 63 v. Chr. veroverden de Romeinen Joods gebied.
• Monotheïstische godsdienst (?)
• Verlosser zou de Joden bevrijden van al het kwaad. Ook van de Romeinen?
• Jezus kreeg veel aanhangers - Christenen.
• De Romeinen vonden Jezus gevaarlijk! 
• Kruisiging - Opstand voorkomen - Straf voor een opstandige slaaf.
• Keizer Nero

LD: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?

Keizer Nero

• Romeinse schrijver Tacticus schreef het volgende:
• 'Een soort mensen van een nieuw, boosaardig geloof.' Bron 16
• De Christenen kregen de schuld van alles!
• 'Beestenvellen aangetrokken om door wilde honden verscheurd te worden, gekruisigd of aangestoken om te dienen als straatverlichting.' Bron 18
• 64 na Chr, De brand van Rome.
  
• Halfbroer, moeder, vrouw, vrouw & vrouw.

Keizer Nero

Christenen in de arena van het Colosseum.

LD: Waarom deed Keizer Nero verschrikkelijke dingen tegen de Christenen?

Het Christendom wordt verspreid

• De Romeinse wegen waren goed en veilig. 
• De Boodschap:           (?)
• Voor God is iedereen gelijk, voor ieder goed mens is er een plek in de hemel. 
• Dat sprak veel mensen aan!

• Romeinen waren verdraagzaam (par 3.2?), maar bij de Christenen ging dat moeilijk.
• Monotheïsme & Polytheïsme
• Christenen weigeren de Romeinse keizer als een god te erkennen.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je:

1.  Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk.
2. Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
3. En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.

LD: Wat is geen reden voor de verspreiding van het Christendom?

1. De Romeinse wegen waren veilig.
2. Door de Romeinse wegen was het Romeinse Rijk goed bereikbaar.
3. Als je je bekeerde tot het Christendom kreeg je geld van de Romeinen. Dit sprak veel mensen aan.
4. De boodschap van het Christendom sprak veel mensen aan.

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk.
LD2: Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
LD3: En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.

Ja!!

Nee, totaal niet...

Nog niet, wel bijna!

Aan de slag!

Boek 1 vmbo-t/havo

Paragraaf 3.4 Het Christendom

Opdracht: 1, 2, 3, 4 & 5

Welkom bij GS!

1. Telefoon in de tas!
2. Pak je laptop en schrift erbij
3. Kom in de Lessonup! 
4. Ben je zover? Toppertje 

Wat gaan we doen vandaag?

1. Herhaling vorige les
2. Leerdoelen
3. Afmaken 3.4 Het Christendom
4. Christendom als staatsgodsdienst
5. Feiten en meningen 
6. Oefening
7. Aan de slag!

Herhaling: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?

Herhaling: Waarom deed Keizer Nero verschrikkelijke dingen tegen de Christenen?

Herhaling: Wat is geen reden voor de verspreiding van het Christendom?

1. De Romeinse wegen waren veilig.
2. Door de Romeinse wegen was het Romeinse Rijk goed bereikbaar.
3. Als je je bekeerde tot het Christendom kreeg je geld van de Romeinen. Dit sprak veel mensen aan.
4. De boodschap van het Christendom sprak veel mensen aan.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je:

1. Wat het begrip staatsgodsdienst betekent.
2. Ook weet je het verschil tussen een feit en mening.
3. En je hebt de opdrachten gemaakt die horen bij paragraaf 3.4

Het Christendom wordt staatsgodsdienst

• Ondanks het gevaar groeiden het aantal Christenen. 
• Christenen hielpen elkaar en waren goed georganiseerd. 
• Bisschop - Leider van Christenen in een bepaald gebied.
• De bisschop werd later Paus (Papa, vader).
• 312 Constantijn de Grote werd Christen, het Christendom werd toegestaan. (Droom)
• Waarschijnlijk bang voor opstanden. Christendom > Rust!

• 
  

Mozaïek doop van keizer Constantijn

De paus doopt keizer Constantijn. Na de doop is iemand christen. Mozaïek uit de zesde eeuw.

Het Christendom wordt staatsgodsdienst

• 394 Theodosius I verplichte iedereen Christen te zijn.
  
• Staatsgodsdienst - Godsdienst die door de regering wordt beschermd en soms als enige toegestaan is.
  
• Het vereren van andere goden werd zwaar gestraft.

Theodosius 1

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?

1. Caesar
2. Theodosius I
3. Constantijn
4. Augustus

Feiten en meningen

• Feiten zijn dingen die echt waar zijn en iedereen kan controleren. 
• Meningen zijn wat iemand denkt of voelt.
• Feit: De zon schijnt overdag.
  
• Meningen: Ik vind ijs het lekkerste toetje.

• Bedenk zelf een feit en een mening en schrijf op in je schrift.

Een olifant is groter dan een muis.

1. Feit
2. Mening

Blauw is de mooiste kleur.

1. Feit
2. Mening

Voetbal is de leukste sport.

1. Feit
2. Mening

Feyenoord is de beste club van Nederland
;)

1. Feit
2. Mening

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je:

1. Wat het begrip staatsgodsdienst betekent.
   
2. Ook weer je het verschil tussen een feit en mening.
   
3. En je hebt de opdrachten gemaakt die horen bij paragraaf 3.4.

LD: Wat is een staatsgodsdienst?

1. Een godsdienst die in het hele land gevolgd moet worden.
2. Een godsdienst die je mag volgen.
3. Een godsdienst die alleen de keizer volgt.
4. Een godsdienst die verboden is.

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Wat het begrip staatsgodsdienst betekent.
LD2: Ook weer je het verschil tussen een feit en mening.

Ja!!

Nee, totaal niet...

Nog niet, wel bijna!

Aan de slag!

Boek 1 vmbo-t/havo

Paragraaf 3.4 Het Christendom

Opdracht 7, 8, 10 & 11

Extra 13