Thema 5 Waarneming en Gedrag mh1c Bs 3

Welkom
1. Pak een Chromebook en ga lekker zitten.
2. Ga naar LessonUp.app en log in met de code.
3. Je hebt 2 min de tijd.
timer
2:00
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
1. Pak een Chromebook en ga lekker zitten.
2. Ga naar LessonUp.app en log in met de code.
3. Je hebt 2 min de tijd.
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Planning

- Welkom (5min)
- Uitleg Bs. 3 (25min)
- Maken huiswerk opdrachten Bs. 2 (15min)
- Afsluiten (5min)

Slide 2 - Diapositive

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Hoornlaag
Bindweefsel

Slide 3 - Question de remorquage

Onderdelen van de huid
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
onderhuidsbindweefsel
Zweetklier
Talgklier
Hoornlaag

Slide 4 - Question de remorquage

Ruiken
Reukzintuigen:
- Bestaan uit minuscule 'haartjes' waar geurstoffen aan blijven hangen. 
Deze haartjes zetten de geurprikkels om in impulsen, de hersenen verwerken de impulsen

- Iedere geurstof blijft hangen aan zijn eigen haartjes
- Waardoor je verschillende geuren kunt waarnemen.
'Geurstoffen zitten in de lucht. De lucht haal je naar binnen via je neus. De neus keurt de lucht die je inademt'.

Slide 5 - Diapositive

Wanneer ruik je een geur?
A
Wanneer de geurprikkels opgevangen worden door het reukzintuig.
B
Wanneer de berichten van je reukzintuig in je hersenen aankomen.
C
Wanneer je hersenen de prikkels van je smaakzintuig en reukzintuig hebben gecombineerd.hy

Slide 6 - Quiz

Proeven
Smaakzintuigen:
- In de tong zitten groefjes. Tussen die groefjes zitten de smaakknopjes/papillen.
- Over je hele tong zitten smaakknopjes. Er zijn 5 smaken die de smaakknopjes kunnen waarnemen:
  Zout, Zuur, Zoet, Bitter en Umami (hartig).

Als er een zoutkorrel aan de smaakknopjes bindt dan zetten de smaakknopjes de prikkel  om in een impuls en proef je zout
Smaakstoffen zitten zitten in de je voedsel. Met je smaakzintuigen proef je zoet, zuur, zout, bitter en Umami (hartig)

Slide 7 - Diapositive

proeven doe je voornamelijk met je neus
A
JA
B
NEE

Slide 8 - Quiz

Doelstelling en Huiswerk

- Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functies.


Slide 9 - Diapositive

Het Oor
Weg van geluid:
- Oorschelp (vangt geluid op)
- Gehoorgang (Geluid -> trommelvlies)
- Trommelvlies
    Vangt de trillingen op en zet ze om in                     beweging
- Trommelholte
- Gehoorbeentjes
- Slakkenhuis

Slide 10 - Diapositive

Het Oor
Weg van geluid:
- Oorschelp (vangt geluid op)
- Gehoorgang (Geluid -> trommelvlies)
- Trommelvlies
- Trommelholte
   In de trommelholte zit de buis van                           Eustachius. Deze buis verbindt de                           trommelholte met de keelholte.
- Gehoorbeentjes
- Slakkenhuis

Slide 11 - Diapositive

Het Oor
Weg van geluid:
- Oorschelp (vangt geluid op)
- Gehoorgang (Geluid -> trommelvlies)
- Trommelvlies
- Trommelholte
- Gehoorbeentjes
  Botjes, hamer, aambeeld en stijgbeugel. 
- Slakkenhuis

Slide 12 - Diapositive

Maak opdracht 1
BLZ 102
timer
6:00

Slide 13 - Diapositive

Slakkenhuis
- Slakkenhuis
   in het slakkenhuis zitten de                                         gehoorzintuigen. 

   In het slakkenhuis zit vloeistof die door de           gehoorbeentjes in beweging wordt                         gebracht.
   
   De vloeistof laat trilhaartjes bewegen, die           geven impulsen af aan de hersenen.
 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welk onderdeel van het oor vangt de geluidsprikkels als eerste op en zet het geluid om in een beweging?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
Het trommelvlies
D
De gehoorbeentjes

Slide 16 - Quiz

Maak opdracht  2
BLZ 103
timer
6:00

Slide 17 - Diapositive

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan is onderdeel van het slakkenhuis.

Er zitten ook vloeistof & en trilhaartjes in.
De vloeistof beweegt als je hoofd en lichaam beweegt.

Het evenwichtsorgaan houdt in de gaten waar je hoofd ten opzichte van de zwaartekracht is

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Afsluiting

Slide 20 - Diapositive

Wat is de prikkel voor het evenwichtsorgaan
A
Geluid
B
zwaartkracht
C
Vloeistof
D
Trilhaartjes

Slide 21 - Quiz

Leerdoel: benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
Wat is de route die een geluidsprikkel door het oor aflegt? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Gehoorschelp -->
-->
-->
-->
-->
-->
Aambeeld
Hamer
Gehoorgang
Trommelvlies
Stijgbeugel
Slakkenhuis

Slide 22 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6

7
89
10
11
12
Oorsmeerkliertjes
Leerdoel: de onderdelen van het oor noemen in een schematische tekening.

Slakkenhuis
Hamer
Aambeeld
Stijgbeugel
Gehoorgang
Oorschelp
Trommelvlies
Evenwichtsorgaan
Gehooorzenuw
Buis van Eustachius
Trommelholte

Slide 23 - Question de remorquage

Maken huiswerk
1. Lees Bs. 3 over het oog
Maken Bs. 3 opdracht 1 t/m 9+

Slide 24 - Diapositive

Welkom
1. Pak een Chromebook en ga lekker zitten.
2. Ga naar LessonUp.app en log in met de code.

3. Je hebt 2min de tijd.
timer
2:00

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk bekijken

Slide 26 - Diapositive

Welk onderdeel van het oor vangt de geluidsprikkels als eerste op en zet het geluid om in een beweging?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
Het trommelvlies
D
De gehoorbeentjes

Slide 27 - Quiz

Leerdoel: benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
Wat is de route die een geluidsprikkel door het oor aflegt? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Gehoorschelp -->
-->
-->
-->
-->
-->
Aambeeld
Hamer
Gehoorgang
Trommelvlies
Stijgbeugel
Slakkenhuis

Slide 28 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6

7
89
10
11
12
Oorsmeerkliertjes
Leerdoel: de onderdelen van het oor noemen in een schematische tekening.

Slakkenhuis
Hamer
Aambeeld
Stijgbeugel
Gehoorgang
Oorschelp
Trommelvlies
Evenwichtsorgaan
Gehooorzenuw
Buis van Eustachius
Trommelholte

Slide 29 - Question de remorquage

Thema 5 Waarneming & Gedrag
Bs 3 | Horen en Zien

Slide 30 - Diapositive

In de ogen liggen de gezichtszintuigen. Deze vangen  licht(prikkels) op en zetten ze om in impulsen

Slide 31 - Diapositive

Doelstelling en Huiswerk

- Je kunt  de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 32 - Diapositive

Uitwendige bouw van de ogen

Slide 33 - Diapositive

bespreken Opdracht 3
blz 103

Slide 34 - Diapositive

Inwendige bouw van de ogen

Slide 35 - Diapositive

Bouw van het oog
De wand van een oog bestaat uit drie lagen:
  1. Harde oogvlies
    buitenste laag
  2. Vaatvlies
    Middelste laag
  3. Netvlies
    Binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen -> ontstaan impulsen -> via oogzenuw naar de hersenen


Slide 36 - Diapositive

bespreken Opdracht 4
blz 105

Slide 37 - Diapositive

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies
vaatvlies

Slide 38 - Question de remorquage

Licht en het oog
Het licht komt via de pupil je oog binnen.
De pupil is een opening in de iris.

Het netvlies is gevoelig voor licht.

De lens zorgt voor een scherp beeld.

Slide 39 - Diapositive

Pupilreflex

Slide 40 - Diapositive

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
Netvlies

Slide 41 - Quiz

De lens

  • Doorzichtig en ligt achter de pupil.
  • Functie: lichtstralen breken en zo dingen vergroten of verkleinen. Hij kan boller of platter worden gemaakt.
  • De lens projecteert de lichtstralen van het voorwerp (object) ondersteboven op de netvlies.
  •  De hersenen draaien het beeld weer om. 

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

blinde vlek
Hier komen alle zenuwen samen. Hier zitten geen lichtgevoelige  zintuigcellen.

Slide 44 - Diapositive

Waar de oogzenuw het oog verlaat zitten GEEN zintuigcellen: de Blinde Vlek

Slide 45 - Diapositive

gele vlek
Hier zie je het scherpst!

Hier zitten de meeste lichtgevoelige zintuigcellen
 

Slide 46 - Diapositive

Op deze plek zit geen netvlies, omdat je oogzenuw daar aan je oog vast zit
A
gele vlek
B
blinde vlek
C
netvlies

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Vidéo

Bijziend & Verziend

Slide 49 - Diapositive

Iemand die verziend is:
A
ziet dichtbij goed
B
ziet veraf goed

Slide 50 - Quiz

Doelstelling en Huiswerk

- Je kunt  de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 51 - Diapositive