4.3 Planten en dieren

4.3 Planten en dieren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.3 Planten en dieren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen
20 min uitleg, opdrachten maken tussendoor
15 min HW maken
10 min nabespreken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.2 
Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen
Je kunt kenmerken van schimmels noemen
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en natuur
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk zijn voor mens en natuur

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.3 
Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indelen in groepen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten ordenen
Manier van voortplanting:
  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden, hebben ook vaak bloemen&vrucht
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen (de sporen zijn eencellig)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Je kunt de sporenplanten indelen in drie stammen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Je kunt de stam van de zaadplanten indelen in twee klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wieren(algen)
Eencellige  wieren
Meercellige wieren


Geen wortels, stengels of bladeren.
Geen bloemen

Leven in een vochtige omgeving (water, zee)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Allemaal even naar blz 247 kijken

Dit figuur moet je goed kennen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symmetrie bij dieren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Skelet

Er zijn drie typen skelet:

Een inwendig skelet
 
Een uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling dierenrijk
De 7 stammen

  • Sponzen 
  • Holtedieren/ neteldieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Stekelhuidigen
  • Geleedpotigen
  • Gewervelden 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sponzen
Kenmerken:
  • Niet symmetrisch
  • Skelet van hoornvezel
  • Bodem van de zee

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Holtedieren

Kenmerken:

  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Vangen hun prooi met tentakels
  • Leven in water

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wormen
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Geen skelet
  • Lichaam lang en dun

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekdieren
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Meestal huisje of schelp
  • Leven op land en in water

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stekelhuidigen
Kenmerken:
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels of knobbels
  • Leeft in de zee

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewervelden
Kenmerken:
  • Tweezijdig symmetrisch 
  • Inwendig skelet
Verschillende klassen (volgende les):
  • Amfibieën 
  • Vissen
  • Reptielen
  • Zoogdieren
  • Vogels

Slide 20 - Diapositive

Gewervelden zijn de groep dieren die een wervelkolom hebben (prikken, vissen, amfibieën, reptielen, vogels en de zoogdieren).
Wat ga je doen
Sporenplanten en zaadplanten
Maak zelf een foto van 4 verschillende planten/ bomen en deel die in bij de sporen of zaadplanten. Deel daarbij de plant ook bij de goede stam in. Zet kort bij elke plant/ boom waarom hij bij de groep hoort waar je hem hebt ingedeeld.
Stammen in het dierenrijk
Per stam 1 voorbeeld van een dier. Plaats een foto Geef hierbij aan of/hoe symmetrisch ze zijn. Als ze symmetrisch zijn trek dan ook de lijn van symmetrie. Zet er ook bij


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions