Samenvattende afsluitende lesson up periode 1

Afsluitende samenvattende les
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DidactiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Afsluitende samenvattende les

Slide 1 - Diapositive

Leren toets P1
Thema 9: Presentatie
Thema 1: Didactisch model
Thema 6: Organisatie
  

Slide 2 - Diapositive

Wat is betekenis van Didactiek?
A
Differentiatievorm
B
Organisatie opstelling
C
Manier van coachen
D
De theorie van het lesgeven

Slide 3 - Quiz

Lesgeven doe je volgens een stappenplan:
A
voorbereiden - uitvoeren - evalueren
B
voorbereiden - uitvoeren
C
uitvoeren - evalueren

Slide 4 - Quiz

Noem de 4 didactische sleutelvragen voordat van je training gaat geven.

Slide 5 - Question ouverte

Didactische sleutelvragen

Slide 6 - Diapositive

Wat bedoelen we in de trainers wereld met woord:
"voorbeeldfunctie"
A
Een trainer moet een goed "Plaatje" geven
B
De trainer moet goed gedrag tonen. Is rolmodel
C
De deelnemers moeten zich netjes gedragen

Slide 7 - Quiz

Wat is het resultaat van mijn les?
Hoort bij de didactische sleutelvraag:
A
Waar moet ik beginnen? (beginsituatie)
B
Wat wil ik bereiken? (doelstelling)
C
Hoe ga ik de les geven? (de les)
D
Heb ik mijn doel bereikt? (evaluatie)

Slide 8 - Quiz

Wat moeten ze aan het einde van de les minimaal kunnen?
Hoort bij de didactische sleutelvraag:
A
Waar moet ik beginnen? (beginsituatie)
B
Wat wil ik bereiken? (doelstelling)
C
Hoe ga ik de les geven? (de les)
D
Heb ik mijn doel bereikt? (evaluatie)

Slide 9 - Quiz

Wat is stemintonatie?
A
Spelen met je stem
B
Niet op 1 toon praten
C
Enthousiast praten
D
Afwisselen in toonhoogtes

Slide 10 - Quiz

Tips over taalgebruik sportinstructeur?

Slide 11 - Question ouverte

Taalgebruik:
• Afstemmen op doelgroep/niveau
• Hoe concreter ( duidelijker) hoe beter
• Kort ( niet teveel aanwijzingen)
• Gebruik voorbeelden
• Spreek Algemeen Beschaafd Nederland ABN (geen dialect)
• Articuleer duidelijk (verstaanbaar)
• Correct taalgebruik (niet grof)
• Goede positie (akoestiek)
• Geen stopwoorden
• Geen vakjargon om indruk te maken.
• Controleer boodschap. Vragen of ze het begrepen hebben

Slide 12 - Diapositive

Differentiatie
A
Rekening houden met de weersomstandigheden
B
Rekening houden met de individuele verschillen in de groep
C
Rekening houden met je lichaamstaal

Slide 13 - Quiz

Noem zoveel mogelijk
organisatievormen

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Maak een korte tekst waarin alle 6 w's benoemd worden. Neem als voorbeeld iets opruimen met je groep.

Slide 16 - Question ouverte

3 voordelen goed georganiseerde les?

Slide 17 - Question ouverte

Wat zet je allemaal
in kolom organisatie
van je LVB?

Slide 18 - Carte mentale

ORGANISATIE
  • Tijd
  • Opstelling Materiaal
  • Opstelling deelnemers, 
  • Opstelling lesgever
  • Veiligheidsmaatregelen 

Slide 19 - Diapositive

Vormen om
aandacht te krijgen?

Slide 20 - Carte mentale

Aandachtsvormen:
  • Regels stellen
  • Fluiten
  • Namen noemen
  • Zachter praten
  • Zwijgen
  • Aankijken
  • Stem verheffen, 

Slide 21 - Diapositive

Benoem minimaal 4 tips om een training veilig te laten verlopen.

Slide 22 - Question ouverte

Tips veiligheid
1. Controleer toestellen en materialen voor en tijdens je les op plaats, afstand, hoogte bevestiging.
2. Gebruik matten in gevaarlijke valsituaties.
3. Ga als lesgever overzichtelijk staan.
4. Verleen hulp waar nodig (vangen)
5. Zorg voor voldoende hulp bij zwaar opruimen

Slide 23 - Diapositive

Noem 4 verschillende onderdelen die de intensiteit van een training kunnen vergroten:

Slide 24 - Question ouverte

Vergroten Intensiteit
1. Klaarzetten materiaal voor les
2. Doorlopende lesorganisatie (gebruik zelfde materiaal, vaste tweetallen.)
3. Veel oefenplaatsen
4. Werk in groepen (differentiatie)
5. Snelle organisatie vorm (circuit, stroomvorm)

Slide 25 - Diapositive

Wat verstaan we onder:
"werken in drie vakken"
A
De zaal verdelen in 3 vakken voor 3 spelletjes
B
Methode om intensiteit te vergroten
C
Methode om te differentiëren

Slide 26 - Quiz

Noem 5 verschillende voordelen als je als trainer een goede motorische vaardigheid hebt.

Slide 27 - Question ouverte

5 voordelen goede motorische vaardigheid
Voorbeeld  kunnen geven. Mooi plaatje dus beter leren
Motiveren deelnemers gaat beter (rolmodel)
Acceptatie door deelnemers van de lesgever
Inleven in deelnemer gaat beter. ( zelf ooit moeite met salto gehad)
Hulpverlenen gaat beter want hij heeft het zelf allemaal meegemaakt.

Slide 28 - Diapositive

Noem 4 verschillende vormen van lichaamstaal

Slide 29 - Question ouverte

 4 verschillende  vormen lichaamstaal:
  • Uiterlijk (kleding)
  • Lichaamshouding ( Handen in zakken)
  • Gezichtsuitdrukkingen
  • Arm en handgebaren

Slide 30 - Diapositive

Hoe vond je de uitleg van de 3 thema's
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Afsluiten periode 1 didactiek door te voldoen aan volgende 3 opdrachten



1. Filmpje lesgeven in teamsopdracht plaatsen.
2. De kijkwijzer invullen en in teamsopdracht plaatsen
3. Tijdens POP gesprek de opdachten bespreken met mentor

+ de toets

Slide 32 - Diapositive