4.4 Vermogen en Energie

NOVA
Hoofdstuk 4 Elektriciteit


Par. 4.4 Vermogen en energie


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

NOVA
Hoofdstuk 4 Elektriciteit


Par. 4.4 Vermogen en energie


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt  uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  • Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
  • Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen
     meer elektrische energie verbruikt..

Slide 2 - Diapositive

weet jij het nog?
wat is spanning?

Slide 3 - Carte mentale

Weet jij het nog?
wat is stroomsterkte?

Slide 4 - Carte mentale

Weet jij misschien wat
vermogen is?

Slide 5 - Carte mentale

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen. De afkorting voor vermogen is de hoofdletter P van het Engelse woord voor vermogen, Power

Een eenheid van vermogen is de watt (W). 

Slide 6 - Diapositive

Vermogen - typeplaatje
Het vermogen geeft ook aan wat een apparaat kan. Met een boormachine van 300 watt zal je niet zo makkelijk een gat boren als met een boormachine van 800 watt. Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje.

Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.

Slide 7 - Diapositive

Vermogen berekenen
Vermogen = spanning x stroomsterkte

Slide 8 - Diapositive

Vermogen berekenen

Slide 9 - Diapositive

Omrekenen

Slide 10 - Diapositive

0,2 kW =
A
0,0002 W
B
2 W
C
200 W
D
2000 W

Slide 11 - Quiz

500 W =
A
500000 kW
B
5000 kW
C
5 kW
D
0,5 kW

Slide 12 - Quiz

Een gloeilamp wordt aangesloten op een spanning van 24 V, de stroomsterkte door de lamp is 5 A. Wat is het vermogen van de lamp?
A
120 W
B
4,8 W
C
0,2 W

Slide 13 - Quiz

Exitticket!
wat is vermogen

Slide 14 - Carte mentale

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 15 - Question ouverte

Doen:
lezen:
 bladzijde 165 t/m 168 
maken:
 opgave 1 t/m 12 ( blz. 169 t/m 173)

Slide 16 - Diapositive