herhalingsles

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en je laptop

Deze les

Herhalingsles voor de toets:
Wat ga jij doen?

Hoe kan het dat het bloed altijd de goede kant op stroomt?

Hartkleppen

Kleppen tussen de boezem en de kamer: hartkleppen

Hartkleppen tussen de kamer en de bloedvaten: halvemaanvormige kleppen
(aortaklep, longslagaderklep)

3 omlopen

- kleine bloedsomloop -> naar de longen en terug
(zuurstof erin)

- grote bloedsomloop-> naar organen en terug
(zuurstof eruit)

- kransbloedsomloop-> voorziet het hart van bloed

Slagader= naar het orgaan

Ader = van het orgaan af

Welke van deze 2 is zuurstofrijk? 
Welke is zuurstofarm?
Wat is de uitzondering?

Haarvaten

Zijn maar 1 cellaag dik.

Hier vind gasuitwisseling plaats.

Ader verkalking: Plaque

bloeddruk

bovendruk: wanneer de kamers samentrekken

Onderdruk: wanneer de kamers ontspannen

Bloedplasma

-55% van je bloed

- waterige vloeistof

- opgeloste stoffen:
voedingsstoffen,
afvalstoffen
koolstofdioxide
deel zuurstof
hormonen

Bloedcellen

Aangemaakt in het beenmerg van lange beenderen

Rode bloedcellen

- geen celkern           

- vervoeren zuurstof             

- zuurstof bindt aan kleurstof
 hemoglobine                       

Witte bloedcellen: afweer

- Fagocyten :
'opeten' van
indringer

- Lymfocyten 
antistoffen
+onthouden

Bloedplaatjes

- Stukjes bloedcellen                                  

- Geen celkern                                             

- Stolling: het maken van en korstje

Dus (aantekening)

A ->                      Anti-B
B->                       Anti-A

AB->      Geen antistof
O->    Anti-A en Anti B

lymfehaarvaten in weefsel

lymfeknopen: witte bloedcellen