les 1MH 3/2: formuleren leestekens

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Aan het eind van deze week

- Beginnen we met formuleren §1

- Weet je waar we aankomende weken mee aan de slag gaan

- Weet je waar je leestekens zet in een tekst

Leestekens

• Je begint je zinnen altijd met een hoofdletter

Hoofdletters: (aardrijkskundige) namen, eigennamen, straatnamen, heilige namen (God), feestdagen (Pasen)

• Je eindigt je zinnen altijd met een punt
  
• Je eindigt vragende zinnen altijd met een vraagteken
  
• Je eindigt zinnen met een uitroep, met een uitroepteken (verbazing, woede, blijdschap)
  

 Juist of onjuist?

Het amsterdamse waterlooplein ligt in het centrum.

1. Juist
2. Onjuist

 Juist of onjuist?

Cornald van der Meer woont in de brabantse gemeente Oisterwijk.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?

Nadat zij de halve finale won, wilde zij ook dolgraag de finale winnen.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?

Is je vader vanmorgen boos geworden op je broertje.

1. Juist
2. Onjuist

Hoofdletters en leestekens: juist of onjuist?

Dat heb je echt geweldig gedaan!

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?

Ik word hier zo ontzettend kwaad van.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?

Gisteren moesten we naar school, maar vandaag zijn de leerlingen vrij.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?

Heb je wel geleerd voor de toets!

1. Juist
2. Onjuist

Maken

Blz. 218: formuleren §1: volledige zinnen

Opdracht 1 en 2