Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Havo 2 Unit 2 have to must interrogative pronouns
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Interrogative pronouns
Als je iets wilt vragen, kan je dat doen met behulp van één van de vraagwoorden:
Who
Whose
What
Which
Where
When
Why
How
Slide 2 - Diapositive
Interrogative pronouns
Als je iets wilt vragen, kan je dat doen met behulp van één van de vraagwoorden:
Who
Whose
What
Which
Where
When
Why
How
Slide 3 - Diapositive
What en Which
What
gebruik je als je uit meer dingen moet kiezen, maar je weet niet
precies welke.
What are you afraid of?
Which
gebruik je als je moet kiezen uit een klein aantal dingen, en je weet
wel precies uit welke.
Which brand do you like better, Nike or Adidas?
Slide 4 - Diapositive
Match each interrogative pronoun with its meaning.
waarom
hoe
wanneer
welke
waar
wie
how
when
where
what/which
who
why
Slide 5 - Question de remorquage
Match the interrogative pronouns
into the correct sentences.
... dress are you going to wear? The blue one or the red one?
... many times do I have to tell you all about the homework?
... is the toilet?
... is the capital of The Netherlands?
How
Where
What
Which
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
17. Interrogative pronouns
____________is my phone?
A
why
B
when
C
which
D
where
Slide 8 - Quiz
Choose the correct interrogative pronoun:
________ soup do you want, mushroom or tomato?
A
What
B
Who
C
Which
D
Who
Slide 9 - Quiz
16. Interrogative pronouns
____________is that girl?
A
why
B
who
C
how
D
when
Slide 10 - Quiz
Have to and must
We noemen deze woorden hulpwerkwoorden
have to
and
must
gebruik je om te zeggen dat iets moet
have not
to and
mustn't
gebruik je om te zeggen dat iets niet moet
Slide 11 - Diapositive
have to, must (should)
Je gebruikt ze in deze drie scenario's
Je zegt dat iets verplicht is (of van buiten af opgelegd)
-> have to
Je zegt dat iets niet anders kan (persoonlijke noodzaak)
-> must
Je geeft advies
-> should
Slide 12 - Diapositive
Verschil have to - must
HAVE (GOT) TO
MUST
De verplichting wordt door IEMAND ANDERS opgelegd
De verplichting of noodzaak wordt persoonlijk gevoeld
Sterk advies
Sterk advies.
Voorkeur in spreektaal
Niet erg gebruikelijk in spreektaal
Slide 13 - Diapositive
have to
must
should
moet van jezelf
moet van iemand anders
zou moeten
Slide 14 - Question de remorquage
Have to/ must gebruik je bij:
A
als iets moet
B
advies geven
C
zou kunnen
D
kunnen
Slide 15 - Quiz
Have to, Must en Should zijn voorbeelden van:
A
Werkwoorden
B
Hulpwerkwoorden
C
Zelfstandig naamwoorden
D
Bijwoorden
Slide 16 - Quiz
Have to, must, should.
In the UK all children ____ wear a uniform.
A
have to
B
has to
C
must
D
should
Slide 17 - Quiz
Have to, must, should.
You ____ be quiet when the teacher is talking!
A
must
B
should
C
mustn't
D
shouldn't
Slide 18 - Quiz
Vul in: have to, must of should.
My car ...... be insured when I drive.
A
has to
B
must
C
should
D
geen van drie
Slide 19 - Quiz
Have to, must, should.
Kies het juiste werkwoord.
I ____ study today.
A
has to
B
have to
C
must
D
should
Slide 20 - Quiz
Have to, must, should.
You ____ save some money.
A
has to
B
have to
C
must
D
should
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Havo 2 Unit 2 have to must interrogative pronouns
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Interrogative Pronouns
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Extremes 2
Décembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
Décembre 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
4H U1 lesson3 - Interrogative Pronouns
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
Décembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Interrogative Pronouns
Octobre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
09/10-11-2023 (Interrogative pronouns)
Novembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2