Samentrekken, woorden die in het vervolg van de zin herhaald worden, mag maar moet aan drie voorwaarden voldoen: (1) betekenis, (2) vorm/getal en (3) grammaticale functie moeten gelijk zijn.
Foute voorbeelden:
1. De herderinnetjes hielden een kudde en van ieder schaap.
2. Er wordt een squashcentrum aangelegd en zeven
tennisbanen
3. De Tweede kamer heeft de wet aangenomen en geldt nu.