LAATSTE BIJEENKOMST examentraining Schrijven 2F + Herhalingsvragen Spelling t.b.v. het examen Schrijven 2F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

Jij ..... me voortdurend wat op de mouw! (spelden)

1. speld
2. speldt

Hij ....... mij vroeger. (haten)

Verbeter de zin:
Hij doet nooit geen jas aan als hij naar buiten gaat!

Goed of fout?

Amy kan drie talen spreken.

1. goed
2. fout

Goed of fout?

Amy kent alle hoofdsteden uit haar hoofd.

1. goed
2. fout

Goed of fout?

Je trui legt bij de was.

1. goed
2. fout

Goed of fout?

Zij legt alvast haar boek op tafel.

1. goed
2. fout

Goed of fout?

Hij wilt een broodje kaas.

1. goed
2. fout

Goed of fout?

U wilt een nieuw dakraam?

1. goed
2. fout

Hoofdletter?

1. lente
2. Lente

Hoofdletter?

1. Kerstcadeau
2. kerstcadeau

Hoofdletter?

1. Bijbel
2. bijbel

Hoofdletter?

1. vwo
2. VWO

De ..... alpinist leefde gelukkig nog. (neerstorten)

1. neergestortte
2. neergestorte

Sport heeft me nog nooit ........ (interesseren)

1. geïnteresseert
2. geïnteresseerd

Vroeger ...... men de huizen anders in dan tegenwoordig.

1. richte
2. richtte
3. richten
4. richtten

Welke zin is goed?

1. Hij is langer als mij.
2. Hij is langer dan mij.
3. Hij is langer als ik.
4. Hij is langer dan ik.

Welke zin is goed?

1. Ik ben even oud als jou.
2. Ik ben even oud dan jou.
3. Ik ben even oud als jij.
4. Ik ben even oud dan jij.

Is dit goed of fout?

De onderdelen liggen op de plank.

1. goed
2. fout

Is dit goed of fout?

Als het aan hem legt, hebben we elke dag vrij.

1. goed
2. fout

Is dit goed of fout?

Ken het zijn dat ik u kan?

1. goed
2. fout

Is dit goed of fout?

Ik kan heel veel dingen doen.

1. goed
2. fout

Het ...... werk is niet voor niks geweest. (verrichten)

Gebruik je studentnummer in de e-mail! [e-mail]

Schrijf onderaan de opdracht het AANTAL WOORDEN

Mailen naar:

[e-mail]