Ontleden: persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Meewerkend voorwerp

Grammatica zinsdelen

Zoek het onderwerp:
Mijn opa is jarig.

1. jarig
2. is
3. Mijn opa
4. opa

Zoek het onderwerp:

Hij belt de dokter voor een afspraak.

1. de dokter
2. voor een afspraak
3. belt
4. Hij

Zoek het onderwerp:

Zij hebben allemaal zin in een ijsje.

1. allemaal
2. Zij
3. een ijsje
4. hebben

Zoek de persoonsvorm:
Ik ga naar de bibliotheek.

1. naar
2. ga
3. de
4. ik

Zoek de persoonsvorm: Mijn vader heeft gezegd dat ik moet oppassen.

1. heeft
2. heeft, gezegd
3. heeft, moet
4. heeft, gezegd, moet

Zoek de persoonsvorm: Omdat de taart aangebrand was, wordt hij niet geserveerd.

1. aangebrand, was
2. was, wordt
3. aangebrand, was, wordt
4. was

Zoek het Lijdend-voorwerp:
Lindy maakt haar huiswerk

1. Lindy
2. Maakt
3. huiswerk
4. haar huiswerk

Zoek het lijdend voorwerp uit deze zin:

Hij vertelt een spannend verhaal.

1. Hij
2. Er is geen lijdend voorwerp
3. een spannend verhaal
4. vertelt

zoek het lijdend voorwerp
Ik hou van bloemen en planten.

1. bloemen
2. bloemen en planten
3. van bloemen en planten
4. er is geen lijdend voorwerp

Werkwoordelijk gezegde?

Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.

1. ik
2. kan
3. benoemen
4. kan benoemen

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Hebben de varkens alles opgegeten?

1. hebben
2. hebben opgegeten
3. de varkens

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Morgen bel ik mijn moeder op.

1. bel
2. bel op
3. ik

Zoek het werkwoordelijk gezegde:

Zij zijn naar huis gefietst in de regen.

1. gefietst
2. zijn
3. zijn gefietst
4. in de regen

Meewerkend voorwerp

In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.

Het geeft aan voor / aan wie iets bestemd is.

Meewerkend voorwerp

Stel de vraag:

Aan/Voor wie + ww gezegde +
onderwerp + lijdend voorwerp

Je moet het woord aan/voor kunnen toevoegen/weglaten

Zo vind je het meewerkend voorwerp

De docent heeft een boek aan Henk gegeven.

1. Zoek eerst de persoonsvorm, gezegde , onderwerp en het lijdend voorwerp.

Zo vind je het meewerkend voorwerp

De docent heeft een boek aan Henk gegeven.

1. Zoek eerst de persoonsvorm, gezegde , onderwerp en het lijdend voorwerp.
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Zo vind je het meewerkend voorwerp

De docent heeft een boek aan Henk gegeven.

1. Zoek eerst de persoonsvorm, gezegde , onderwerp en het lijdend voorwerp.
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Aan wie heeft de docent  een boek gegeven? 

Zo vind je het meewerkend voorwerp

De docent heeft een boek aan Henk gegeven.

1. Zoek eerst de persoonsvorm, gezegde , onderwerp en het lijdend voorwerp.
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Aan wie heeft de docent  een boek gegeven? aan Henk

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?
Ik fiets op mijn fiets naar school

1. fiets(1e woordje)
2. fiets (2e woordje)
3. Ik
4. school

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

De monteur heeft mijn scooter gerepareerd.
Wat is de persoonsvorm?

1. De monteur
2. heeft
3. mijn scooter
4. gerepareerd

De monteur heeft mijn scooter gerepareerd.
Wat is het gezegde?

1. De monteur
2. heeft
3. mijn scooter
4. heeft gerepareerd

De monteur heeft mijn scooter gerepareerd.
Wat is het onderwerp?

1. De monteur
2. heeft
3. mijn scooter
4. heeft gerepareerd

De monteur heeft mijn scooter gerepareerd.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. De monteur
2. heeft
3. mijn scooter
4. heeft gerepareerd

Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. gezegde

Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
een nieuwe jas =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. gezegde

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is de persoonsvorm?

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is het gezegde?

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is het onderwerp?

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is het lijdend voorwerp?

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wat is het meewerkend voorwerp?