NK7e, K3 SCHULE

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Am Montag habe ich die vierte Stunde Deutsch.

1. Op maandag ga ik naar Duitsland
2. Op maandag heb ik het vierde uur Duits.

dritte, fünfte und neunte

1. derde, vijfde en negende
2. dertiende, vijfde, negende
3. derde, vijfde, negende
4. derde, vijftiende, negende

vandaag, morgen, gisteren

hoe

waar

waarvandaan

wat

wie

wie

wo

woher

was

wer

Kapitel 3: Schule 

Ihr macht auf Seite 68-71:

 Aufgabe 43 bis neun...

Benutze Seite 96!!

Kapitel 3: Schule

Dienstag, den 6. Februar 2024:

• Test  Lernliste
• ??
• uitleg meervoud ZN hoofdregels
  
• opdracht.....
  

K3, Lernliste D-N: A + C

Übersetze ins niederländische:
1. die Note In welchem Frach hast du die besten Noten?
2. Lust haben Hast du Lust, mit mir ins Kino zu gehen?
3. krank Die Lehrerin war krank.

Übersetze:
zum Glück.
(Zum Glück habe ich die erste Stunde Sport.)

1. helaas
2. voor de gelukkigen
3. gelukkig
4. tot mijn spijt

Übersetze: glauben + spät.
(Ich glaube, der Bus kam zu spät.)

Übersetze: sich treffen.

(Vielleicht können wir uns heute Nachmittag treffen?)

1. afspreken
2. elkaar tikken
3. trefbal spelen
4. wachten

Übersetze: das Referat

(Ein Referat halten ist einfacher als einen Test schreiben.)

1. de referentie
2. de spreekbeurt
3. het opstel
4. het werkstuk

Zelfstandige naamwoorden die op: -heit, -keit, -schaft, -ung eindigen zijn:

1. mannelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. vrouwelijk

Vul het juiste lidwoord in. Kies uit: der / die / das
1. ..... Junge 4. ..... Buch
2. ..... Mädchen 5. ..... Möglichkeit
3. ..... Schule 6. ..... Dienstag laatste vraag!

Dienstag, den 24. Januar

Heute:

das Plural Wiederholen

???????

https:

Schrijf het Duitse ZN. (enk. + mv.)bij elk plaatje in je schrift. Behalve bij geschiedenis! Dat is één woord

der Lehrer - die Lehrer

das Buch - die Bücher

Geschichte

die Pause - die Pausen

Übersetze:

makkelijk - moeilijk

1. leicht - hard
2. leicht - schwaar
3. leicht - schwierig
4. licht - schierig

Übersetze:

natuurkunde - Nederlands

Übersetze:

Het proefwerk is stom.

1. Die Arbeit ist blöd.
2. Die Klassenarbeit ist blöd.
3. Die Klasse ist toll.
4. Die Klassenarbeit ist toll.

Übersetze:

Wanneer heb jij gym?

1. Wo hast du Sport?
2. Wie hast du Sport?
3. Wohin hast du Sport?
4. Wann hast du Sport?

Übersetze:

Hebben jullie morgen vrij?

1. Haben ihr morgen frei?
2. Hast du morgen frei?
3. Habt ihr morgen frei?
4. Haben sie morgen frei?

Übersetze:

Hebben jullie morgen vrij?

laatste vraag

1. Haben ihr morgen frei?
2. Hast du morgen frei?
3. Habt ihr morgen frei?
4. Haben sie morgen frei?

Grammatik: das Plural

Lidwoord in het meervoud = die; het ZN. verandert als volgt:

1.  mannelijk (der) : Umlaut + -e

2.  vrouwelijk (die): + (e) n

3.  onzijdig (das) : +e

4.  mannelijk + onzijdig op -el, -er, -en blijven onveranderd.

5.  veel Zn op -a, -i, -o, -y krijgen een -s 

6.  bij vrouwelijk en onzijdig: verdubbeling van de -n / -s        

Maak nu Aufgabe 23 + 24 in het boek.

Und jetzt du:

Pas de hoofdregels toe! (Seite 81 / 98 (B))

https:

Wat was jouw score?
noteer het hier in procenten( bijv. 67%)