par.2.4: dichtheid

Dichtheid 
De massa van 1cm3  van een stof heet dichtheid.
Dichtheiden:
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Dichtheid 
De massa van 1cm3  van een stof heet dichtheid.
Dichtheiden:

Slide 1 - Diapositive

par.2.4: Dichtheid
Formule voor dichtheid:

Dichtheid = massa / volume

Slide 2 - Diapositive

Wanneer blijft iets drijven?
Dit heeft te maken met dichtheid

Als de dichtheid groter is als die van water, dan zinkt iets

Als de dichtheid kleiner is dan die van water, dan drijft het

Slide 3 - Diapositive

dichtheid is  massa in gram van 1 cm3
grootheid is dichtheid
eenheid is g/cm3

Slide 4 - Diapositive

Massa = Volume * Dichtheid
Dichtheid = Massa / Volume
Volume = Massa / Dichtheid

Slide 5 - Diapositive

Benoem minimaal 5 stofeigenschappen 
timer
3:00
Stofeigenschappen

Slide 6 - Carte mentale

De dichtheid van ijs is
____ dan de dichtheid
van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER

Slide 7 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... de dichtheid van water
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan
D
Dat kun je niet zien

Slide 8 - Quiz

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 9 - Quiz

Floor en Bert gaan de versheid van eieren bepalen. Ze doen daarom eieren in een bekerglas met water.
Hoe verser een ei is, des te groter is de dichtheid van het ei.
Welk van de twee eieren is het verst?
A
Ei 1
B
Ei 4
C
Allemaal even vers
D
Kan je niet zeggen op basis van deze afbeelding

Slide 10 - Quiz

Massa en Volume (herhaling)
Om dichtheid te bepalen met de formule:
dichtheid = massa : volume
moet je de massa van een voorwerp bepalen met een weegschaal
moet je het volume van een regelmatig voorwerp bepalen met de formule: lengte x breedte x hoogte
moet je het volume van een onregelmatig voorwerp bepalen met de onderdompelmethode

Slide 11 - Diapositive


Wat is het volume?
A
60cm3
B
600cm3
C
0,6m3
D
0,006cm3

Slide 12 - Quiz

Wat is het volume?
timer
1:30
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 13 - Quiz


Wat is het volume?
A
0,72 cm3
B
0,72 dm3
C
6,7 cm3
D
6,7 dm3

Slide 14 - Quiz

Wat is het volume?
timer
1:00
A
60cm3
B
600cm3
C
0.6cm3
D
0.06cm3

Slide 15 - Quiz

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk. Wat is het volume van dit schaakstuk?
A
5,1 cm³
B
6 cm³
C
10 cm³
D
16 cm³

Slide 16 - Quiz

Nu gaan we met de formule:
dichtheid = massa : volume 
zelf de dichtheid bepalen van verschillende voorwerpen
Gebruik je rekenmachine!

Slide 17 - Diapositive

Noem een stof met een
dichtheid kleiner dan de
dichtheid van kurk.

Slide 18 - Question ouverte

Bereken de dichtheid

Slide 19 - Question ouverte

Bereken de dichtheid van het blokje.
p=(cm3g)
    dichtheid = 
 massa: volume

Slide 20 - Question ouverte