Prinsjesdag

• Burgerschap
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

PRINSJESDAG

Prinsjesdag(dinsdag 19-09)
Wat weet je over Prinsjesdag?

Programma 

• Woorden opschrijven in je map
• Gatentekst: Prinsjesdag in Den Haag
• Prinsjesdag: Wat zit er in het koffertje?
• Huiswerk: leestekst Prinsjesdag + vragen

Leerdoelen deze les

1-Je kan de belangrijkste personen zijn op Prinsjesdag en wat ze doen uitleggen.

2-Je kan de belangrijkste tradities zijn van Prinsjesdag noemen

3-Je kan de belangrijke gebouwen zijn op Prinsjesdag herkennen

Wie is dit?

1. meester Pronk
2. de minister-president
3. koning Willem-Alexander
4. koningin Maxima

Wie is dit?

1. meester Pronk
2. minister-president Rutte
3. koning Willem-Alexander
4. koningin Maxima

Wie is dit?

1. meester Pronk
2. voormalig minister-president Rutte
3. koning Willem-Alexander
4. koningin Maxima

Prinsjesdag 

Wanneer is Prinsjesdag?

• 3e dinsdag van september.
  

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?

• De Koning rijdt met de Glazen Koets naar de Ridderzaal.
• In de Ridderzaal leest de koning de Troonrede voor. 

Drie weken vakantie.

Nieuw parlementaire jaar.

En met wat beginnen ze. Met de nieuwe plannen van het komend jaar.

Prinsjesdag

Op Prinsjesdag rijdt de Koning van Paleis Noordeinde in de Glazen Koets naar de Ridderzaal

Paleis Noordeinde

• De ridderzaal
  

 

• Het Binnenhof
  

 

Het Binnenhof (historische naam: Hof van Holland) is een gebouwencomplex in het centrum van Den Haag, dat al eeuwenlang het middelpunt is van de Hollandse en Nederlandse politiek. Hier bevinden zich de Eerste en Tweede Kamer, de twee kamers die samen het parlement vormen, en een deel van de Raad van State, het orgaan dat over wetgeving adviseert en tevens dient als de hoogste bestuursrechter. Ook de minister-president, de hoogste politieke bestuurder van Nederland, heeft hier zijn kantoor, in het Torentje.

• Binnenhof
  

• Ridderzaal
  

Wat is dit?

1. het Binnenhof
2. paleis Noordeinde
3. de Ridderzaal

Wat is dit?

1. het Binnenhof
2. paleis Noordeinde
3. de Ridderzaal

Wat is dit?

1. het Binnenhof
2. paleis Noordeinde
3. de Ridderzaal

Waarmee rijdt de Koning naar de Ridderzaal?

1. De Gouden Koets
2. De Zilveren Koets
3. De Bronzen Koets
4. De Glazen Koets

Wat doet de koning op het balkon van het Noordeinde?

1. handen geven
2. zwaaien
3. praten
4. kijken

Wanneer is het elk jaar Prinsjesdag?

1. 17 september
2. de tweede dinsdag in september
3. de derde dinsdag in september
4. de vierde dinsdag in september

Wat is dit?

1. een stoel
2. een bed
3. een bank
4. een troon

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?

1. Dan leest de Koning de Troonrede voor.
2. Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
3. Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Waar leest de koning de Troonrede voor?

1. Op het Binnenhof
2. In de Ridderzaal
3. Op paleis Noordeinde
4. In de Glazen Koets

Wat staat er in de Troonrede?

1. De plannen van Nederland voor het komende jaar.
2. Wat de ministers het afgelopen jaar gedaan hebben.
3. Wat de koning gaat doen het komende jaar.
4. Wat de minister-president het komende jaar gaat doen.

Wie schrijft de troonrede?

1. de minister-president
2. de koning

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd.

Wat weet je over Prinsjesdag?

de koning leest de troonrede voor

de koning

Paleis Noordeinde

de Ridderzaal

het koffertje

de Glazen Koets

Kijkvragen Jeugdjournaal

1. Wie? Welke personen zie je in de video?
2. Wat? Wat doen deze personen?
3. Waar? Waar zijn deze mensen? 

jeugdjournaal.nl

• Het koffertje
  

 

Wat zit er in het koffertje van de minister van Financiën?

1. De Troonrede
2. De Rijksbegroting
3. De Miljoenennota
4. De Miljoenennota en de Rijksbegroting

Wie brengt het koffertje met de miljoenennota en rijksbegroting naar de Tweede Kamer?

1. de minster-president
2. de minister van Financiën

Het koffertje...

In het koffertje van de minister van financiën zit?

1.  De Miljoenennota: de plannen van de regering
2. Rijksbegroting: inkomsten en uitgaven en hoe het geld verdeeld gaat worden.

Wie vormen de regering eigenlijk?

• Koning en de ministers.

Miljoenennota:

Soort kasboek met in- en uitgaven. Hierin staat wat de plannen van de regering gaan kosten.

Wat is de Rijksbegroting?

De Rijksbegroting bestaat uit de begrotingsvoorstellen van alle ministeries. In de Rijksbegroting staat hoeveel geld elk ministerie krijgt en welke uitgaven zij het komende jaar verwachten. 

Goedkeuring van de Tweede- en Eerste Kamer

Elke begroting komt als een wetsvoorstel binnen bij de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Beide Kamers moeten de voorstellen eerst beoordelen en goedkeuren. Dan pas mag de regering de plannen uitvoeren.

De Rijksbegroting geeft antwoorden op vragen:

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Wat gaat dat kosten?

------------------------------

Wat staat er in de Miljoenennota?

In de Miljoenennota staan de verwachte ontwikkelingen, belangrijkste plannen en keuzes van het kabinet voor het komende jaar. De Miljoenennota beschrijft wat die plannen kosten en geeft de financiële- en economische situatie van Nederland weer. 

Miljoenennota geeft uitleg over de Rijksbegroting

De Miljoenennota geeft uitleg over de Rijksbegroting en beantwoordt vragen als:

Wat zijn de belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar?

Wat gaan die plannen kosten?

Welk effect hebben de plannen op burgers en bedrijven?

Hoe staat het met de overheidsfinanciën?

Is er een tekort en zo ja, hoe groot is het tekort?

Voldoen we aan Europese afspraken en doelen? 

Hoe gaat het met de Nederlandse economie?

Lees meer over wat de Rijksbegroting is. 

De derde dinsdag van september is het ....................................

De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................

In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.

Inkomsten

Troonrode

Financiën

Prinsjesdag

Uitgaven

Miljoenennota

1. Wie? Welke personen zie je in de video?

2. Wat? Wat doen deze personen?

3. Waar? Waar zijn deze mensen?

Pak je werkboek.

Maak blz. 18, 19 en 21  van je werkboek.