Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ga je iets leuks doen dit weekend? Wat?
Slide 1 - Carte mentale
Basisvaardigheden
SI-eenheden
Slide 2 - Diapositive
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden
Na deze lessen:
* Weet je het verschil tussen grootheden en eenheden
* Weet je dat er (maar) 7 standaardeenheden zijn
* Kun je eenheden in elkaar omrekenen
* Weet je hoe je rekent met machten van 10
* Kun je het juiste aantal significante cijfers bepalen bij een optelling of een vermenigvuldiging
* Kun je bepalen wat een meetonzekerheid is.
Slide 3 - Diapositive
Grootheden en eenheden
Eigenschappen die we kunnen meten noemen we grootheden. Voorbeelden hiervan zijn: lengte (ℓ), oppervlakte (A), massa (m), tijd (t), snelheid (v), temperatuur (T).
Waarin we die eigenschappen uitdrukken noemen we eenheden. Voorbeelden van eenheden zijn: meter (m), vierkante meter (m²), kilogram (kg), seconde (s), meter per seconde (m/s), kelvin (K), etc...
Wanneer we een meetresultaat willen noteren, schrijven we altijd eerst de grootheid op, daarna een =-teken, dan het getal en tenslotte de eenheid.
Voorbeeld:
p = 10,4 N/m²
Slide 4 - Diapositive
GROOTHEDEN
EENHEDEN
massa
afstand
snelheid
tijd
gram
ampere
meter
liter
Kelvin
km/h
Slide 5 - Question de remorquage
SI-eenheden
Er zijn 7 basis S.I.-eenheden afgesproken, waarmee je allerlei andere eenheden kan afleiden door deze te combineren.
Zie tabel 3A BINAS.
Basis SI-eenheden, afgeleide SI-eenheden en niet-SI-eenheden
Slide 6 - Diapositive
Noem 3 eenheden uit het SI-stelsel
Slide 7 - Carte mentale
Andere eenheden
Andere SI-eenheden als Newton (N) en Joule (J) kun je in basiseenheden uitdrukken:
N = kg·m·s¯²
W = J/s = J·s¯¹ = kg·m²·s¯²·s¯¹ = kg·m²·s¯³
Dit doe je met BINAS tabel 4.
Je hebt ook "andere eenheden" zoals de inch, mijl, calorie. Zie BINAS tabel 5.
Deze moet je (ingewikkeld) echt omrekenen.
Slide 8 - Diapositive
Noem 3 eenheden *niet* uit het SI
Slide 9 - Carte mentale
Wie gebruiken geen SI ..?
Slide 10 - Diapositive
Extra: hierom...
Mars Climate orbiter
Crashte op 23 september 1999 bij aankomst op Mars
Slide 11 - Diapositive
Foutjes in eenheden ....
Mars Climate orbiter
Het project was een samenwerking tussen Europa en de VS. Om in een baan om Mars te komen, moest de motor met een bepaalde waarde worden ontbrand om op de juiste hoogte terecht te komen.
Omdat beide partijen verschilde eenheden gebruikte, werd een verkeerde eenheid toegekend aan de motor van de ruimtesonde, waardoor die te lage snelheid kreeg, en dus een te lage baan en uiteindelijk in 1998 op Mars crashte...
Slide 12 - Diapositive
Extra: kosten?
327,6 miljoen dollar
Ja, daarom.
Slide 13 - Diapositive
Voorvoegsels
Een voorvoegsel mag je vervangen door
"wat het betekent".
Hoeveel Volt is 3 mV ???
m = milli = 10-3 en daarom
3 mV = 3 x 10-3 V
= "drie duizendste Volt"
Gebruik BINAS tabel 2
Slide 14 - Diapositive
Hoeveel Volt is 1,2 GV ?
A
12 000 000
B
12 000
C
1 200 000 000
D
12 000 000 000
Slide 15 - Quiz
Basisvaardigheden
Werken met machten van 10
Orde van grootte bepalen
Slide 16 - Diapositive
Rekenregels
Machten van 10 - waarom?
Slide 17 - Diapositive
Orde van grootte
Orde van grootte is de dichtstbijzijnde macht van 10.
Bijvoorbeeld: afstand Den Helder - Utrecht is 130 km.
Wat is de orde van grootte?
100 km.
Slide 18 - Diapositive
Nakijken huiswerk HS §1, §2, §3
grootheden en eenheden
werken met machten van 10
orde van grootte bepalen
Slide 19 - Diapositive
Basisvaardigheden
Meetonzekerheid
Significante cijfers
Slide 20 - Diapositive
Meetonzekerheid
In de natuurkunde doe je metingen. Hierbij is het aantal cijfers belangrijk.
Links: 6,7 (tussen 6,65 en 6,75)
Rechts: 6,73 (tussen 6,725 en 6,735)
zie blz 26 boek
Slide 21 - Diapositive
x of /
P = U x I
U = 5,00 V en I = 2 A
Wat is P?
Je telt het aantal sign. cijfers
Het laagste aantal is het aantal voor je eindantwoord.
Combineren van cijfers
Slide 22 - Diapositive
+ of -
Utot = U1 + U2
U1= 200 V en U2 = 1,0 V
Wat is Utot?
Tel het aantal cijfers achter de komma. Laagste aantal is het aantal in je eindantwoord.
(Wel eerst zelfde eenheden!!)
Combineren van cijfers
Slide 23 - Diapositive
+ of -
Utot = U1 + U2
U1= 200 V en U2 = 1000 mV
Wat is Utot?
Grootste eenheid is Volt.
1000 mV = 1,000 V
Optellen geeft 201 V (niet 201,000 V)
Combineren van cijfers
Slide 24 - Diapositive
Huiswerk
Maak opnieuw wat nog niet was gelukt.
Kijk daarna alles na met de uitwerkingen (Magister)