Deutschstunde voor de nieuwe brugklassers

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute?

1. Warum Deutsch
2. Wer bin ich?
3. Duitsland quiz
4. Bingo 

www.lessonup.app 

Slide 2 - Diapositive

Waarom Duits?


Duits
is na Engels (44%) de meest gesproken taal in Europa (36%). 
Het is sowieso de meest gesproken moedertaal in Europa

Slide 3 - Diapositive

In welke landen wordt er Duits gesproken?

Slide 4 - Carte mentale

0

Slide 5 - Vidéo

Heb je al eens een een van de DACH-Länder bezocht ? Zo ja, welke?
nein
Deutschland
Österreich
Schweiz
alleen doorheen gereden

Slide 6 - Sondage

Waarom Duits?

Duitsland is onze grootste handelspartner  
Nederland doet zaken met  met Duitsland.

Denk aan:
Groente en fruit (export producten)
Bloemen (export producten)
Elektrische apparaten (import producten)


Slide 7 - Diapositive

Waarom Duits?

1. Leuk om een nieuwe taal te leren.
2. Vakantieland: handig dat je zelf iets in het Duits kan vragen!

Slide 8 - Diapositive

Wat betekenen de volgende Duitse woorden / zinnen?

Slide 9 - Diapositive

der Baum
A
bom
B
boom
C
hoed
D
bouw

Slide 10 - Quiz

das Jahr
A
jaar
B
jas
C
jannie

Slide 11 - Quiz

ich bin
A
de spin
B
echt wel
C
ik ben
D
weetikniet

Slide 12 - Quiz

und
A
onder
B
en
C
hond
D
honderd

Slide 13 - Quiz

Duits is een taal die je eigenlijk al een beetje kent!


Mein Name ist ……… 
Ich bin 11 Jahre alt.
Ich wohne in ...
Ich habe einen Vater und eine Mutter, einen Bruder und eine Schwester.

Slide 14 - Diapositive

Aufgabe 1: Stel jezelf voor!

Was (wat)? Stel jezelf voor.
Wie (hoe)? zu zweit (met z’n tweeën)
Warum (waarom)? Jezelf voorstellen is het eerste wat je doet als je iemand spreekt

Slide 15 - Diapositive

1. Ik heet …. 
2. Ik ben … jaar oud.
3. Ik woon in … 
4. Mijn moeder heet … 
5. Mijn vader heet …
6. Ik heb een broer en/of zus
7. Doei!

10 = zehn
11 = elf 
12 = zwölf
13 = dreizehn

Slide 16 - Diapositive

Deutschland Quiz

Was (wat)? Beantwoord de vragen. 
Warum (waarom)? Test je kennis over Duitsland

Slide 17 - Diapositive

Welke taal wordt het meest gesproken in de EU ?
A
Engels
B
Duits
C
Italiaans
D
Nederlands

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we de Duitse "ß"?
A
Ringel S
B
Ringel B

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wie heeft dit liedje oorspronkelijk geschreven?
A
Andre Hazes sr.
B
DJ. Ötzi
C
Andre Hazes jr.
D
Frans Bauer

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Als dit op mijn bord ligt, wat eet ik dan?
A
Boulette
B
Spätzle
C
Knödel

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de ‘vind ik leuk’-button op de Duitse versie van Facebook?
A
gefällt mir
B
find ich toll
C
super

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Over welke stad/dorp gaat dit liedje?
A
Zoutelande
B
Frankfurt Oder

Slide 26 - Quiz

Schattingsvraag: Hoeveel mensen wonen er in Duitsland

Slide 27 - Question ouverte

Wer oder was ist: "Strammer Max"
A
B

Slide 28 - Quiz


A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Wat is de grootste stad van Duitsland (en tevens de hoofdstad)?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
D
München

Slide 30 - Quiz

Wie is deze vrouw?
A
Linda de Mol
B
Claudia Schiffer
C
Angela Merkel
D
Sylvie Meis

Slide 31 - Quiz


A
B
C
D

Slide 32 - Quiz

Uit hoeveel "Bundesländer" bestaat Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10

Slide 33 - Quiz


A
Puma
B
Ellesse
C
Nike
D
Fila

Slide 34 - Quiz


A
Venco
B
Haribo
C
Mentos

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Schrijf op je blaadje

 5 getallen tussen 0 en 10 op. 
Wordt één van de getallen zo in het Duits opgenoemd, zet er dan een kruis door.


Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive