Ch. 5 C, D 6/2

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On va répéter les phrases de Bron C
  • On va apprendre nouvelle grammaire
  • On va parler de la répétition
Le but de ce cours: Je kent de passé composé en je kunt hem toepassen!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui:
  • On va répéter les phrases de Bron C
  • On va apprendre nouvelle grammaire
  • On va parler de la répétition
Le but de ce cours: Je kent de passé composé en je kunt hem toepassen!

Slide 1 - Diapositive

Naar de les Frans neem je ALTIJD mee:

  • Ton livre (je boek) (attention: boek B!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge (een blauwe/rode pen)
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Diapositive

Les règles de classe:
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je iets wilt vragen/zeggen -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Diapositive

Les devoirs
Répète (herhaal) Bron C (page 42) + lis (lees) bron D (page 43)

B1D => on fait ex. 14 ensemble

Slide 4 - Diapositive

  1. On a regardé un film
  2. tu as passé un bon weekend?
  3. c'est qui? 
  4. c'était bien?
  1. Het is mijn vriend.
  2. met mijn familie en Simon.
  3. Wanneer ben je jarig? 
  4. Ja, ik heb mijn verjaardag gevierd.

Slide 5 - Diapositive

Grammaire
J'ai fêté mon anniversaire
J'ai mangé avec mes parents
Tu as passé un bon weekend?
= de passé composé! = de voltooid tegenwoordige tijd

Slide 6 - Diapositive

Grammaire
Om de passé composé te maken zijn er
 3 stappen:
1. neem een persoonlijk voornaamwoord
2. Vervoeg het hulpwerkwoord avoir
3. Maak het voltooid deelwoord

Exemple: 

Slide 7 - Diapositive

Grammaire
Quoi (wat): fais ex. 16a, b, c, d.
comment: seul
Aide (hulp): la prof
Temps: 5 minutes
Prêt (klaar): fais ex.17d, e, f


Slide 8 - Diapositive

Grammaire
Quoi (wat): on fait 17a, b, c ensemble
Quoi (wat): fais ex. 17d, e, f
comment: seul
Aide (hulp): la prof
Temps: 5 minutes
Prêt (klaar): fais 17g 18a, b


Slide 9 - Diapositive

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 10 - Diapositive

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 11 - Question de remorquage