H4.1 Waarom mensen migreren deel 3

H4.1 Waarom mensen migreren 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H4.1 Waarom mensen migreren 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord hoort hierbij? 
Iemand die vertrekt uit een gebied of land  

A) Emigrant 
B) Arbeidsmigrant 
C) Kennismigrant 
D) Vluchteling

Slide 2 - Diapositive

Antwoord A
Welk antwoord hoort hierbij? 
Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om te werken. 

A) Emigrant  
B) Arbeidsmigrant 
C) Kennismigrant 
D) Vluchteling

Slide 3 - Diapositive

Antwoord C
Geef een voorbeeld van een vestigingsreden 

Slide 4 - Diapositive

- (veel) werk
- veilig leven
- goede opleiding 

Geef een voorbeeld van een  vertrekreden 

Slide 5 - Diapositive

- armoede
- weinig werk
- hongersnood
- oorlog
- discriminatie 
Lesdoelen 
Aan het einde van de les: 
  • Je kan uitleggen welke soorten migranten er naar de EU komen en waarom. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie migreren er naar en binnen de EU?
In veel EU landen is er welvaart, veel werk en veilig om te leven. Veel verschillende groepen mensen migreren naar de EU. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie migreren er naar en binnen de EU?
Groep 1: Arbeidsmigranten : Komen om te werken
  • hoogopgeleid= kennismigranten 
    - India, China
    - Techniek, IT
  • laagopgeleid

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie migreren er naar en binnen de EU?
Groep 2: vluchtelingen: voor een veiliger leven 
- Oorlog, slechte naleving mensenrechten 
- Asielzoekers
- Niet allemaal recht om in de EU te wonen (illegaal)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is ook veel migratie binnen Europa 
Ook veel migratie binnen Europa 

- Vooral naar het noorden en westen 
- Rijker, hogere lonen dan in oosten en zuiden
- Laagbetaald werk 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
Wat: maken opdrachten 5,6,7 (blz. 70-72)
Wie: met directe buur 
Hoe: fluitsertoon
Tijd: 15 minuten 
Vraag?: Vraag eerst aan je buur 
Klaar?: Vraag aan de juf wat je erna kan doen
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions