Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Formatieve combi Zuid-Amerika toetsvoorbereiding
Formatieve toetsvoorbereiding Zuid-Amerika
6V Formatieve toetsvoorbereiding Zuid-Amerika
Slide 1 - Diapositive
Opgave Wie is de mol in Colombia
Opgave Wie is de mol?
Slide 2 - Diapositive
Tekst
Sleep de begrippen op de passende tekst
mestizering
bevolkings- participatie
cliëntalisme
Slide 3 - Question de remorquage
wieisdemol.avrotros.nl
Slide 4 - Lien
Wat heeft de centrale cordillera geologisch wel wat de oostelijke cordillera niet heeft?
A
de centrale cordillera is ouder
B
stratovulkanen
C
schildvulkanen
D
basalt
Slide 5 - Quiz
Wat heeft de centrale cordillera geologisch nog meer wat de oostelijke cordillera niet heeft?
A
de centrale cordillera is jonger
B
horsten
C
slenken
D
hotspots
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
zoek op de volgende sheet
de plaats Cartagena (noorden aan de kust)
de plaats Medellin (wat zuidelijker en iets meer landinwaarts)
bedenk alvast wat de ligging van deze plaatsen voor invloed heeft op het klimaat
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Carte
Sleep drie kenmerken naar de juiste grafiek
ITCZ invloed is zichtbaar
Kouder door hoogte invloed
Natter door hoogte invloed
Droger door hoogte invloed
Warmer door hoogte invloed
Slide 10 - Question de remorquage
Hoe kan een televisieprogramma zoals "Wie is de mol" het geografisch beeld van Colombia versterken?
Slide 11 - Question ouverte
Hoe kan een televisieprogramma zoals "Wie is de mol" het mentale beeld van Colombia versterken?
Slide 12 - Question ouverte
Welke uitspraak of uitspraken zijn juist?
A
uitspraak 1
B
uitspraak 3
C
uitspraak 2
Slide 13 - Quiz
Geef een korte regel die het reisadvies van gevaarlijke gebieden verklaart.
Slide 14 - Carte mentale
Opgave bevolking en infrastructuur
Opgave bevolking en infrastructuur 2022-2
Slide 15 - Diapositive
Toon aan dat Zuid-Amerika demografisch verder is dan Zuid-Azië en Sub- Sahara Afrika (meer antwoorden kunnen goed zijn)
A
het geboortencijfer is het laagst
B
de bevolkingspiramide is het meest ontwikkeld
C
het percentage kinderen is lager
D
het sterftecijfer is het laagst
Slide 16 - Quiz
De demografische druk neemt in Zuid-Amerika de laatste 60 jaar af (zie de bronnen 9 en 10). Geef vanuit twee verschillende dimensies een oorzaak van deze afname.
Slide 17 - Question ouverte
Wie bepaalde(n) de tweedeling van Zuid-Amerika in de koloniale tijd?
A
Paus Alexander VI
B
De koning van Spanje
C
Columbus
D
Michiel de Ruiter
Slide 18 - Quiz
Interne relaties, zoals investeringen en samenwerkings- verbanden, komen binnen Zuid-Amerika eenvoudiger tot stand dan in Sub-Sahara Afrika. Beredeneer dit vanuit politiek-historisch oogpunt in 2 stappen.
Slide 19 - Question ouverte
Welk verband is er tussen de gini-coefficient en oligarchie?
Slide 20 - Carte mentale
Welk verband is er tussen de opkomst van populisme in Zuid-Amerika en de opkomst van globalisering?
Slide 21 - Question ouverte
Leg uit of de oost of de west kant van Zuid-Amerika ouder is.
Slide 22 - Question ouverte
Woestijnklimaat
Middelandse Zeeklmaat
Llanos
Cerrado
Steppeklimaat
Hooggebergte klimaat
Slide 23 - Question de remorquage
Benoem de juiste bewering
A
In het tropisch regenwoud is diversiteit groot door de vruchtbare bodem.
B
De rode kleur van de bodem in het tropisch regenwoud komt door koper (Cu) verbindingen in de grond
C
Cerrado is een ander woord voor boomsavanne.
D
De pampa's liggen op de hoogvlaktes van Peru en Bolivia
Slide 24 - Quiz
Waarom verschuift de ICTZ meer naar noorden dan naar het zuiden.
Slide 25 - Question ouverte
Welke geologische regel klopt niet
A
Des te vloeibaarder het magma des te minder explosief is de eruptie
B
Hoe ouder de plaat, hoe zwaarder en hoe dieper de subductie.
C
Des te groter de koppeling des te groter de kracht bij een aardbeving
D
Des te dichter een vulkaan bij de hotspot des te ouder en minder actief.
Slide 26 - Quiz
Stuur een foto in van een onderwerp in Zuid-Amerika waar je nog wel meer van zou willen weten
Slide 27 - Question ouverte
Hoe goed heb je Zuid-Amerika onder controle?
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Sondage
Deel 2
Slide 29 - Diapositive
Welke geologische regel klopt niet
A
Bij hotspots is de plaatrichting bepaalbaar via de ligging van de vulkanen.
B
Alle delfstoffen zijn ontstaan onder druk.
C
Al het aardgas en ontstaat uit organisch materiaal, aardolie niet.
D
Bij transforme plaatbeweging ontstaan vulkaan
Slide 30 - Quiz
Welk klimaat ontbreekt in ZA
A
Woestijnklimaat
B
Hooggebergte klimaat
C
Landklimaat
D
Middellandse Zeeklimaat
Slide 31 - Quiz
De verstedelijkingsgraad in Zuid-Amerika is hoog. Geef hiervoor een reden
Slide 32 - Question ouverte
Leg uit wat bedoeld wordt met de uitspraak: "De grote steden in ZA gaan ten onder aan hun eigen succes"
Slide 33 - Question ouverte
Overheden in ZA proberen steden leefbaar te houden. Welke maatregel hoort er niet bij.
A
sociale woningbouw
B
nieuwe steden creëren
C
verbeteren infrastructuur
D
verticale slums verbieden
Slide 34 - Quiz
Waaruit blijkt dat de inheemse bevolking vaak is achtergesteld in ZA
Slide 35 - Question ouverte
In welke gebieden is de cultuur van de indianen vaak het best bewaard. En waarom?
Slide 36 - Question ouverte
Benoem welke kant geologische actiever is.
A
Oostkant.
B
Westkant.
C
Noordkant.
D
Zuidkant.
Slide 37 - Quiz
Leg uit hoe de gaten in vulkanisch gebergte van de Andes ontstaan.
Slide 38 - Question ouverte
Geef aan welke uitspraak fout is. Aan Galágaposeilanden kan je zien...
A
dat de oudere eilanden dichter bij de hotspot liggen.
B
welke kant de Nazcaplaat op beweegt.
C
dat de oudere eilanden verder bij vandaan de hotspot liggen.
D
Dat de jongere bergen hoger zijn.
Slide 39 - Quiz
Olie en aardgas. Welke uitspraak is niet waar.
A
Olie en gas ontstaan uit resten van schelpen.
B
Olie en gas ontstaan onder druk van boven liggende lagen.
C
Olie en gas ontstaan uit vergane plantenresten.
D
Olie en aardgas zijn fossiele brandstoffen.
Slide 40 - Quiz
Ertsen zijn gesteenten waarin metalen voorkomen. Ertsen ontstaan op twee manieren:
A
door stolling van magma en sedimentatie
B
door slabpulling en subductie
C
door sedimentatie en subductie
D
door stolling van magma en slabpulling
Slide 41 - Quiz
Wat zijn de twee landen met de meeste olie en gasproductie in ZA ?
A
Argentinië en Peru.
B
Ecuador en Chile
C
Brazilië en Venezuela.
D
Peru en Colombia
Slide 42 - Quiz
Geef aan welke bewering voor voorland bekkens in Z-A fout is.
A
Voorland bekkens hebben neerwaartse beweging gemaakt.
B
Voorland bekkens hebben opwaartse beweging gemaakt.
C
Voorland bekkens zijn bedekt met sediment uit de Andes en de Kratons.
D
Voorland bekkens hebben goud en zilver als belangrijkste delfsfoffen.
Slide 43 - Quiz
Gevolgen el Niño. Welke uitspraak is niet waar
A
geen opwellend koud water → geen plankton → geen visserij
B
regen valt aan westkust ZA (overstromingen, aardverschuivingen, modderstromen.)
C
regen valt niet in Zuidoost-Azië: droogte (mislukte oogst, bosbrand, veesterfte)
D
door opwarming zeewater regengebied richting westen → boven Zuidoost-Azië
Slide 44 - Quiz
Wat is de juist bewering over plaatbewegingen in Z-Amerika.