ZN en LW
1 / 18
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een zn?
Slide 2 - Carte mentale
Wat is het verschil tussen een bepaald en onbepaald lw?
Slide 3 - Question ouverte
De lidwoorden 'de' en 'het' zijn ... lidwoorden.
A
bepaalde
B
onbepaalde
Slide 4 - Quiz
HET is altijd een lidwoord
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
HET is mij veel te koud!
A = lidwoord
B = geen lidwoord
A = lidwoord
B = geen lidwoord
A
lidwoord
B
geen lidwoord
Slide 6 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden
Slide 7 - Quiz
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader
Slide 8 - Quiz
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
de, het, een
B
rood, groen, geel
C
fiets, koe, paard
D
vroeger, later, nu
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
roepen
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart
Slide 10 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord
A
vertrekken
B
koerier
C
geweldig
D
manager
Slide 11 - Quiz
Een concreet of abstract zn?
De oorlog =
De oorlog =
A
concreet
B
abstract
Slide 12 - Quiz
Een concreet of abstract zn?
De juf =
De juf =
A
concreet
B
abstract
Slide 13 - Quiz
Een concreet of abstract zn?
De liefde =
De liefde =
A
concreet
B
abstract
Slide 14 - Quiz
Concreet of abstract zn?
Dit idee vind ik uitstekend.
Dit idee vind ik uitstekend.
A
abstract zn
B
concreet zn
Slide 15 - Quiz
Concreet of abstract zn?
De lading begon te schuiven.
De lading begon te schuiven.
A
abstract zn
B
concreet zn
Slide 16 - Quiz
Ik kan een bepaald en onbepaald lw herkennen!
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Sondage
Ik kan een abstract en concreet zn herkennen!
😒🙁😐🙂😃
