- je kunt op deeltjes (molecuul) niveau zuivere stof of mengsel beschrijven.
- je kent de namen van de 6 fase overgangen
- je kunt verschillende vormen van energie herkennen en benoemen en toepassen op micro-niveau
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
§2.1 Moleculen en energie
voorkennis
- je kunt op deeltjes (molecuul) niveau zuivere stof of mengsel beschrijven.
- je kent de namen van de 6 fase overgangen
- je kunt verschillende vormen van energie herkennen en benoemen en toepassen op micro-niveau
Slide 1 - Diapositive
Mottenballen zijn gemaakt van naftaleen, een witte vaste stof. Bij kamertemerpatuur ontstaat gasvormig naftaleen (kun je ruiken). Welke fase-overgang vindt er plaats? (boek blz. 34)
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
De 4 regels van het molecuulmodel
stoffen bestaan uit kleine deeltjes/moleculen
elke soort stof bestaat zijn eigen soort moleculen
deeltjes trekken elkaar altijd onderling aan (vanderwaalskracht)
deeltjes bewegen (afhankelijk van de temperatuur)
Slide 5 - Diapositive
macroniveau : wat je ziet
microniveau = deeltjes niveau
Slide 6 - Diapositive
De fase van een stof, en de fase overgangen kun je uitleggen met het deeltjes model.
Slide 7 - Diapositive
water H2O
vast H2O (s) vloeibaar H2O (l) gas H2O (g)
Slide 8 - Diapositive
vaste stof:
weinig beweging, vaste plek
vloeistof
meer beweging,
beweging door elkaar, wel tegen elkaar aan.
gas:
veel beweging
deeltjes botsen, los van elkaar
Slide 9 - Diapositive
https:
Slide 10 - Lien
het absolute nulpunt
= de temperatuur waarbij de deeltjes helemaal stil staan.
= - 273 graden Celsius = 0 Kelvin
0 Kelvin = - 273 oC
0 K = - 273 oC 150 K = 100 oC =
10 K = ? 273 K = 0 oC = 273 K
Slide 11 - Diapositive
energie effect
Bij elke fase overgang is er een energie-effect.
(en bij het oplossen van stoffen en bij scheikundige reacties)
= er komt energie vrij (exotherm) , of er is energie voor nodig (endotherm).
(meestal energie in de vorm van warmte)
Slide 12 - Diapositive
energie effect
Exotherm
Endotherm
Deze voelt koud aan!
Slide 13 - Diapositive
Wat is het energie-effect van dit proces?
A
endotherm
B
exotherm
Slide 14 - Quiz
energie effect faseovergangen
Als verdampen (koken) endotherm is, dan is condenseren exotherm, want het tegenovergestelde proces.
enz.
Slide 15 - Diapositive
Practicum 1 & 2 (20 min)
zie blz. 37
zorgvuldig lezen
natriumhydroxide niet met je handen aanraken
BRIL OP, WITTE JAS AAN
Beantwoord de vragen in je schrift!
Slide 16 - Diapositive
Wat is het energie-effect van deze chemische reactie?
A
endotherm
B
exotherm
Slide 17 - Quiz
temperatuur
= 1007 K
oC?
fase zwavel?
fase zilver?
Slide 18 - Diapositive
zelf aan het werk
maken opgave 1 tm 14
Slide 19 - Diapositive
CHECK
Nagellakremover bevat soms aceton. Als je dit gebruikt voor het verwijderen van nagellak, voelt het koud aan.
Leg uit of het verdampen van aceton in nagellakremover een endotherm of een exotherm proces is.