Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
organen en cellen
hoofdstuk 1
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je al?
Maak in je groepje de mindmap compleet
timer
3:00
Slide 2 - Diapositive
1.1 organismen
organen en cellen
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel
Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.
Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling geven.
Slide 4 - Diapositive
Organismen
Levende wezens zijn organismen (bacteriën, schimmels, planten en dieren)
Slide 5 - Diapositive
Levenskenmerken
Door de aanwezigheid van levenskenmerken merk je dat een organisme leef:
groei: organisme wordt groter en zwaarder
ontwikkeling: bouw van een organisme veranderd
reageren op prikkels
bewegen
stofwisseling: stoffen in je lichaam worden omgezet in ander stoffen.
voeding: voedingsstoffen in voeding zijn nodig om in leven te blijven.
ademhaling: zuurstof is nodig voor de verbranding.
uitscheiding:afvalstoffen die het lichaam uit moeten.
voortplanting:het krijgen van nakomelingen
Slide 6 - Diapositive
Enkele levenskenmerken bij een kat
Slide 7 - Diapositive
Groei en ontwikkeling
Tijdens de levensloop vindt er groei en ontwikkeling plaats:
lichamelijke groei en ontwikkeling: dit is fysiek. Je lichaam wordt groter en veranderd.
geestelijke groei en ontwikkeling: dit is psychologisch. Je gevoel, kennis of je mening veranderd.
Slide 8 - Diapositive
Groei en ontwikkeling bij een man
Slide 9 - Diapositive
Levensfasen
De ontwikkeling van baby tot en met volwassenen kun je indelen in levensfasen. Dit is de gemiddelde leeftijd.
Levensfasen = een periode met bepaalde kenmerken.
Slide 10 - Diapositive
Opdracht
Koppel de juiste afbeelding bij de juiste fasen en kenmerken
timer
3:00
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Maken
bladzijde 12
opdracht 1 t/m 4
timer
15:00
Slide 13 - Diapositive
Terugblikken
Slide 14 - Diapositive
Je zit in de levensfase van een adolescent als je tussen de ....... jaar oud bent.
A
12 tot 16 jaar
B
16 tot 21 jaar
C
21 tot 65 jaar
D
65 jaar en ouder
Slide 15 - Quiz
Een kind is tussen de 1,5 en 4 jaar, dan spreken we van een...
A
baby
B
peuter
C
kleuter
D
schoolkind
Slide 16 - Quiz
Je begint andere kleren te dragen, dit is...
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling
C
lichamelijke groei
D
geestelijke groei
Slide 17 - Quiz
Een vrouw begint borsten te krijgen, dit is...
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling
C
lichamelijke groei
D
geestelijke groei
Slide 18 - Quiz
Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:
A
voeding
B
ademhaling
C
uitscheiding
Slide 19 - Quiz
Uitscheiding is een levenskenmerk dat hoort bij:
A
stofwisseling
B
reageren op prikkels
C
voortplanting
D
groei
Slide 20 - Quiz
Welke levenskenmerken heb je onthouden?
Slide 21 - Question ouverte
Hoe vind je zelf dat je hebt opgelet bij de instructie?
Slide 22 - Question ouverte
Hoe vind jezelf dat je hebt gewerkt in de les?
Slide 23 - Question ouverte
Heb je de lesdoelen behaald?
- Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen. - Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling geven.