Formuleringsfouten

• Nederlands
• MBO

Formuleringsfouten

Filmpje kijken t/m 6:25

Je leert de verschillen en past het geleerde direct toe in een quiz.

Vrouwelijk/Mannelijk/Onzijdig

Wat/Dat

Zij/Hun/Hen

Waarmee/Met wie

Dit buurtschap heeft....inwoners geteld.

1. zijn
2. haar

De mediatheek heeft....bezoekers getrakteerd op gebak.

1. zijn
2. haar

Spanje heeft....inwoners geteld.

1. zijn
2. haar

De faculteit van Groningen heeft .... studenten een brief gestuurd.

1. haar
2. zijn

Ajax heeft .... nederlaag geaccepteerd.

1. haar
2. zijn

Het mooiste....ik kreeg op mijn verjaardag was een ring.

1. wat
2. dat

Het duurste kado .... ik kreeg op mijn verjaardag was een scooter.

1. dat
2. wat

Ik ben vorig jaar niet geslaagd....ik heel jammer vind.

1. wat
2. dat

Het schoolsysteem....in Nederland geldt, gaat uit van 5 dagen in de week naar school

1. dat
2. wat

Hun of hen?

1. Hij geeft hun advies.
2. Hij geeft hen advies.

hen, zij of hun?
..... hebben dat aan mij gegeven.

1. Hen
2. Zij
3. Hun

Ik heb veel vertrouwen in hen/hun.

1. hen
2. hun

Ik zie.....steeds voorbij lopen.

1. hen
2. hun

Zij/hen/hun kiezen dat boek voor zij/hen/hun.

1. Zij/hun
2. Hun/ hun
3. Zij/hen
4. Hun/ hen

Zij, hun of hen? ..... docenten geven aan [zij]/[hun]/[hen] het diploma.

1. Zij/zij
2. Hun/hun
3. Hun/hen
4. Zij/hen

Hun of hen?

1. Die boeken zijn van hen.
2. Die boeken zijn van hun.

"Hulpverleners kunnen..... niet goed bereiken."

1. hen
2. hun

Ik vertelde......het nieuws.

1. hen
2. hun

Goed of fout?

De klasgenoot waarmee ik huiswerk maakte, is ziek thuis.

1. goed
2. fout

Welke zin is goed?

1. De bijl met wie ik de boom omhakte, heb ik in de schuur gevonden.
2. De bijl waarmee ik de boom omhaktte, heb ik in de schuur gevonden.
3. De bijl waarmee ik de boom omhakte, heb ik in de schuur gevonden,

Waarmee vergelijkt Joost Fortnite?

1. Soldaat X
2. Een acteur uit Tour of Duty
3. een groot billboard
4. Spiderman