Grammar 1

Present simple (SHIT regel)
Wat is het?
Tegenwoordige tijd
Waarvoor gebruik je het?
Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt
Wat doe je bij he, she, it 
Je plakt een -s achter het werkwoord

Bijv: Caitlin thinks she's the boss
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Present simple (SHIT regel)
Wat is het?
Tegenwoordige tijd
Waarvoor gebruik je het?
Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt
Wat doe je bij he, she, it 
Je plakt een -s achter het werkwoord

Bijv: Caitlin thinks she's the boss

Slide 1 - Diapositive

Present simple: bevestigend
I
write a message

He/ She/ It
writes a message

You
write a message

We/ They
write a message

Slide 2 - Diapositive

Present simple: ontkennend
I
don't want any pasta

He/ She/ It
doesn't want any pasta

You
don't want any pasta

We/ They
don't want any pasta

Slide 3 - Diapositive

Present simple: vragend
I
Do I like cricket?

He/ She/ It
Does he/she/it like cricket?

You
Do you like cricket? 

We/ They
Do we/they like cricket?

Slide 4 - Diapositive

Plural (meervoud)
De algemene regel is: Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld:
One boy → two boys
One apple → three apples
One house → four houses

 

Slide 5 - Diapositive

Uitzonderingen!
De uitzonderingen zijn: 
1. Eindigt het woord op medeklinker + Y → meervoud wordt -ies

Voorbeeld: 
One hobby → two hobbies
One story → three stories

Slide 6 - Diapositive

Uitzonderingen
2. Eindigt het woord op -f(e) → meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one life - four lives
one calf - ten calves

Slide 7 - Diapositive

Onregelmatige meervouden
Man → me
Woman → women
Child → children 
Tooth → teeth 
Foot → Feet


Slide 8 - Diapositive

Comparisons (vergelijken)
Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter of more voor een bijvoeglijk naamwoord
Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter of most voor een bijvoeglijk naamwoord.
Bijvoorbeeld:

quick --> quiker
small --> smaller

Slide 9 - Diapositive

Comparisons (vergelijken)
Een lettergreep -er / -est
Quick - quicker than -the quickest
Small - smaller than- the smallest
Fit - fitter than - the fittest
Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y, -er, -est
Simple - simpler- simplest
Clever - cleverer - cleverest
Shallow - shallower - shallowest
Easy - easier - easiest

Slide 10 - Diapositive

Comparisons (vergelijken)
Twee lettergrepen niet op -le, -er, -ow, -y
famous - more famous  (than) - (the) most famous
careful - more careful (than) - (the) most careful
Drie of meer lettergrepen
popular - more popular (than) - (the) most popular
Terrible - more terrible (than) - (the) most terrible

Slide 11 - Diapositive