Sport-quiz

Bij welke sport heb
je dit nodig?
A
golf
B
schermen
C
cricket
D
curling
1 / 34
suivant
Slide 1: Quiz
BOMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Bij welke sport heb
je dit nodig?
A
golf
B
schermen
C
cricket
D
curling

Slide 1 - Quiz

Wat symboliseren de gekleurde ringen op de olympische vlag?
A
nationaliteiten
B
landen
C
werelddelen
D
aantal sporten

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt het Belgisch nationale voetbalelftal ook genoemd?
A
De rooien
B
De rode duivels
C
Der Mannschaft
D
De rode leeuwen

Slide 3 - Quiz

Hoeveel spelers spelen tegen elkaar bij een waterpolo-wedstrijd?
A
5-5
B
6-6
C
7-7
D
11-11

Slide 4 - Quiz

Welke kleur judoband draagt een judoka die aan zijn eerste les begint?
A
Rood
B
Wit
C
Blauw
D
Oranje

Slide 5 - Quiz

Aan welke sport doet Virgil van Dijk?
A
Voetbal
B
Wielrennen
C
Softbal
D
Tennis

Slide 6 - Quiz

In welke sport heb je met een ippon gelijk de wedstrijd gewonnen?
A
Darten
B
Judo
C
Karate
D
Curling

Slide 7 - Quiz

Aan welke sport doet Ellen van Dijk?
A
Wielrennen
B
Mountainbiken
C
Voetbal
D
Tennis

Slide 8 - Quiz

Uit hoeveel spelers bestaat een beachvolleybal-team?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 9 - Quiz

Welke kleur heeft de ondergrond bij beachvolleybal?
A
Blauw
B
Grijs
C
Zandkleur
D
A, B en C kunnen alledrie

Slide 10 - Quiz

Uit hoeveel onderdelen bestaat een triathlon?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Welk onderdeel hoort niet bij een triathlon?
A
hardlopen
B
zwemmen
C
fietsen
D
schieten

Slide 12 - Quiz

IOC staat voor:
A
Internationaal Olympisch Comitée
B
Internationale Olympische Club
C
Internationale Open Clubkampioenschappen
D
Alledrie zijn fout

Slide 13 - Quiz

Welke sport hoort bij Wimbledon?
A
Schaatsen
B
Volleybal
C
Basketbal
D
Tennis

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het als een voetballer 3 keer achter elkaar scoort in 1 helft?
A
Penalty
B
Corner
C
Hattrick
D
Doelpunt

Slide 15 - Quiz

In welke sport wordt gebruik gemaakt van een paard en een bok?
A
paardensport
B
mountainbiken
C
turnen
D
hardlopen

Slide 16 - Quiz

Wat is de nationale sport van Canada?
A
IJshockey
B
Voetbal
C
Skieën
D
Schaatsen

Slide 17 - Quiz

"Geen woorden, maar daden..."
Welke voetbalclub zingt hiervan?
A
Ajax
B
FC Utrecht
C
Feyenoord
D
PSV

Slide 18 - Quiz

Waarmee kan een bal worden weggeslagen?
A
Racket
B
Club
C
Stick
D
Alledrie zijn waar

Slide 19 - Quiz

In welke sport zijn de deelnemers vrijwel nooit lichter dan 30 kilo?
A
Sumoworstelen
B
Karate
C
Kickboksen
D
Judo

Slide 20 - Quiz

Hoe wordt bij snooker de witte bal ook wel genoemd?
A
Whitney
B
White one
C
Cue ball
D
White ball

Slide 21 - Quiz

Hoe heet degene die tijdens een golfwedstrijd de golfclubs voor zijn speler draagt?
A
Carrie
B
Caddie
C
Drager
D
Assistent

Slide 22 - Quiz

Hoeveel zwarte vakjes zijn er op een schaakbord?
A
32
B
36
C
40
D
44

Slide 23 - Quiz

Hoeveel ogen staan er maximaal op een domino-steen?
A
6
B
12
C
18
D
24

Slide 24 - Quiz

Hoe heet het drinkflesje van een wielrenner?
A
Bottle
B
Drinkfles
C
Bidon
D
Bidonet

Slide 25 - Quiz

Hoeveel ringen staan er op de Olympische vlag?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 26 - Quiz

Welke zwemslag gebruik je het meest bij waterpolo?
A
radslag
B
schoolslag
C
borstcrawl
D
poloslag

Slide 27 - Quiz

Waar staan de gekleurde ringen ook alweer symbool voor? ;-)
A
werelddelen
B
landen
C
aantal sporten
D
culturen

Slide 28 - Quiz

Hoe vaak mag een volleybalteam de bal aanraken voordat deze weer teruggespeeld wordt over het net?
A
maximaal 3 keer
B
2 of 3 keer
C
1 of 2 keer
D
maakt niet uit hoe vaak

Slide 29 - Quiz

Waartegen slaan badmintonspelers?
A
een bal
B
plumpie
C
veertjes
D
shuttle

Slide 30 - Quiz

Waarop beweegt een rodelaar zich voort?
A
slee
B
ski's
C
een plank
D
schaatsen

Slide 31 - Quiz

Uit welke land kwam de voetballer Diego Maradona?
A
Brazilië
B
Argentinië
C
Spanje
D
Portugal

Slide 32 - Quiz

Met welke kleur wordt de moeilijkste skihelling aangeduid?
A
blauw
B
grijs
C
zwart
D
rood

Slide 33 - Quiz

Hoe wordt het midden van een dartbord ook wel genoemd?
A
De roos
B
Bull(s Eye)
C
Middle
D
Center

Slide 34 - Quiz