Laatste stagedag groep 4

Afscheid groep 3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AlgemeenBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Afscheid groep 3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is het antwoord van de som 9+8=?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je goedemorgen in het Engels?
A
Good morning
B
Good evening
C
Good night
D
Hello

Slide 4 - Quiz

Hoe heet iemand die voor een orkest staat?
A
Muzikant
B
Pianist
C
Dirigent
D
Leider

Slide 5 - Quiz

Welke letter is een medeklinker?
A
E
B
S
C
O
D
U

Slide 6 - Quiz

Als je voor 1 taart 3 eieren nodig hebt, hoeveel eieren heb je dan nodig voor 2 taarten?

Slide 7 - Question ouverte

Waar ging het liedje over dat ik jullie heb geleerd?
A
over een auto
B
over een cowboy
C
over eten
D
over een piraat

Slide 8 - Quiz

Hoe betaal je €12,- met zo min mogelijk munten/briefjes?
A
€10 + €2
B
€20 + €2
C
€10 + €1 + €1
D
€5 + €5 + €2

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je gum in het Engels
A
Pencil
B
Gum
C
Felt-tip pen
D
Rubber

Slide 10 - Quiz

Welke kleuren zitten er in de vlag van Nederland?
A
Oranje
B
Groen-Blauw-Wit
C
Rood-Wit-Blauw
D
Rood-Oranje-Geel

Slide 11 - Quiz

Welke dieren maken honing?
A
Wespen
B
Hommels
C
Vliegen
D
Bijen

Slide 12 - Quiz

Waar ging de geschiedenisles over die ik jullie heb gegeven?
A
Over de telefoon
B
Over de auto
C
Over de fiets
D
Over lampen

Slide 13 - Quiz

Welke kleur hebben de smurfen?
A
Blauw
B
Groen
C
Paars
D
Rood

Slide 14 - Quiz

Wat is het antwoord op de som
14 + 6 =
A
19
B
20
C
21
D
22

Slide 15 - Quiz

In welke stijl hebben wij de vaasjes met bloemen gemaakt?
A
Van Gogh
B
Rembrandt van Rijn
C
Delfts blauw
D
Mondriaan

Slide 16 - Quiz

In welk sprookje komen er 7 dwergen voor?
A
Doornroosje
B
Belle en het beest
C
Sneeuwwitje
D
Assepoester

Slide 17 - Quiz

Welke kleur krijg je als je blauw en geel mengt?
A
Roze
B
Groen
C
Bruin
D
Oranje

Slide 18 - Quiz

In welk land staat de Eiffeltoren?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Italië
D
Nederland

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je potlood in het Engels?
A
pen
B
pencilcase
C
rubber
D
pencil

Slide 20 - Quiz

Einde

Slide 21 - Diapositive