Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welke superingewikkelde bouwwerken ken jij?
Slide 1 - Carte mentale
Achtbaan
Een achtbaan is een superingewikkelde constructie. Ze worden van hout en metaal gemaakt. Dit is beide stevig. Het belangrijkste in de constructie is de driehoekconstructie.
Slide 2 - Diapositive
Bruggen
Ook bruggen zijn ingewikkelde constructies.
Ze worden gemaakt van hout, steen of staal.
Er zijn bewegende en vaste bruggen.
Een brug de ook een rijbaan is wordt een liggerbrug genoemd.
Slide 3 - Diapositive
Sint Servaasbrug in Maastricht is de oudste liggerbrug in Nederland.
Gebouwd in 1280
Slide 4 - Diapositive
Boogbrug
Een boogbrug is te herkennen aan zijn boogconstructie.
Een boog is een zeer sterke constructievorm.
De ronde vorm zorgt ervoor dat de brug veel kan dragen.
Slide 5 - Diapositive
Hangbrug
Het wegdek hangt aan stalen kabels.
De kabels zitten vervolgens aan hoge torens vast.
De stalen kabels worden ook wel tuien genoemd.
Golden Gate Bridge in San Francisco.
Slide 6 - Diapositive
Tuibrug
Wanneer alle tuien aan 1 hoge mast vastzitten noemen we de brug een tuibrug.
De Erasmusbrug in Rotterdam is een tuibrug.
Slide 7 - Diapositive
Ophaalbrug
Soms is het nodig dat een brug omhoog kan.
Dit is nodig wanneer er bijvoorbeeld een schip lang moet.
Slide 8 - Diapositive
boogbrug
hangbrug
ophaalbrug
liggerbrug
tuibrug
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is een belangrijke constructievorm die zorgt voor stevigheid?
A
Vierkant constructie.
B
Cirkel constructie.
C
Driehoek constructie.
D
Cilinder constructie.
Slide 10 - Quiz
De fiets is ook een superconstructie. Bekijk hem maar eens goed hoe alles in elkaar zit en wat waaraan vast is gemaakt.
Slide 11 - Diapositive
De basis van een fiets is het frame. Hier zitten alle onderdelen aan vast.
Slide 12 - Diapositive
Het wiel
Als het wiel eenmaal rolt, rolt hij vanzelf een stukje verder.
In het wiel zitten spaken, deze zorgen voor de stevigheid. Hierdoor kan een wiel wel 400x zijn gewicht dragen.
Hoe lichter en dunner het wiel, hoe makkelijker je ermee kunt fietsen.
Beroepswielrenners gebruiken soms dichte, massieve wielen. Deze vangen veel wind en zijn daardoor ook gevaarlijk.
Slide 13 - Diapositive
Fietsband
De banden waren vroeger van leer of rubber.
Tegenwoordig hebben we lichte luchtbanden.
Banden kunnen breed of smal zijn. Veel profiel of weinig profiel.
Slide 14 - Diapositive
Jouw trapkracht zet de fietsketting in beweging. Door de fietsketting wordt de achteras door middel van tandwielen in beweging gezet en gaat je fiets vooruit.
Slide 15 - Diapositive
Versnellingen
Een fiets met versnellingen heeft meerdere tandwielen waaruit je kunt kiezen.
Zo kun je in een lichte versnelling veel rondjes trappen, handig wanneer je tegen de bult op moet. De ketting ligt dan op een kleine tandwiel.
Ga je van de bult af dan is het handig dat je minder rondjes trapt. De ketting ligt dan op een groter tandwiel.
Slide 16 - Diapositive
ligfiets
tandem
bakfiets
vouwfiets
riksja
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe heten die stangetjes die in de wielen zitten?
A
balken
B
spaken
C
stangetjes
D
draden
Slide 18 - Quiz
Als ik snel wil fietsen dan moet ik kiezen voor ............ banden.
A
dunne
B
brede
Slide 19 - Quiz
Een mountainbike heeft banden met ........... profiel.
A
veel
B
weinig
Slide 20 - Quiz
Superconstructies in de natuur
Het bouwwerk van een wesp is ook een superconstructie.
Wespen bouwen nesten die bestaan uit allemaal zeshoekige cellen.
Om dit te bouwen gebruiken ze fijngekauwd hout.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Bouw samen met je maatje een superconstructie. Overleg eerst samen wat je gaat maken en hoe je dit gaat doen. Werk voorzichtig, spaghetti breekt snel. Denk aan welke constructievorm het sterkst is.