Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2k engels
Demonstrative Pronouns
(Aanwijzend Voornaamwoorden)
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Demonstrative Pronouns
(Aanwijzend Voornaamwoorden)
Slide 1 - Diapositive
Demonstrative pronouns
Slide 2 - Diapositive
Wanneer gebruik je welk aanwijzend voornaamwoord?
Om te beslissen welk aanwijzend voornaamwoord je wanneer moet gebruiken moet je jezelf de volgende vragen stellen:
1. Is het ding dichtbij of ver weg?
2. Is het ding enkelvoud of meervoud?
Slide 3 - Diapositive
Dichtbij
Ver weg
Enkelvoud
Meervoud
This
That
These
Those
Slide 4 - Question de remorquage
Use: this, these, that, those:
I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those
Slide 5 - Quiz
this, that, these, those
... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those
Slide 6 - Quiz
.... is your pen over there on the desk.
.... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This
Slide 7 - Quiz
What are all those cars doing over there?
A
correct
B
incorrect
Slide 8 - Quiz
How did you get these jacket?
A
correct
B
incorrect
Slide 9 - Quiz
Where are you going on holiday those year?
A
correct
B
incorrect
Slide 10 - Quiz
Where are you going on holiday those year?
A
correct
B
incorrect
Slide 11 - Quiz
Tekst
this
that
these
those
enkelvoud
dichtbij
meervoud
dichtbij
enkelvoud
Verweg
meervoud
Verweg
Slide 12 - Question de remorquage
Must & Mustn't
Slide 13 - Diapositive
Must(n't)
MUST
Gebruik je als iets
moet
, het
kan niet anders
of het is een
persoonlijke noodzaak
.
MUSTN'T
Gebruik je als iets
NIET moet
of
NIET
mag
.
Slide 14 - Diapositive
Must(n't)
MUST
You
must
stay at home.
MUSTN'T
You
mustn't
go outside.
Slide 15 - Diapositive
Must:
moeten (persoonlijke noodzaak, kan niet anders)
- I'm hungry, I must eat something.
Mustn't
: niet moeten/mogen
- We mustn't lie to our parents.
Mustn't = must not
Slide 16 - Diapositive
I _____ help my mother
A
must
B
mustn't
Slide 17 - Quiz
I ........ be home late.
A
must
B
mustn't
Slide 18 - Quiz
I ........ be home before 9pm.
A
must
B
mustn't
Slide 19 - Quiz
I _____ finish my homework, or my teacher will get angry.
A
must
B
mustn't
Slide 20 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
woorden, Gerund- ing vorm, Aanwijzende naamwoorden
Février 2023
- Leçon avec
52 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Future and Demonstrative Pronouns
Juin 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Demonstrative pronouns
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1
Demonstrative pronouns
Octobre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1
Aanwijzende voornaamwoorden / Demonstrative pronouns
Avril 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1
Aanwijzende voornaamwoorden / Demonstrative pronouns
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1
Demonstrative pronouns
Mai 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Demonstrative pronouns
Février 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1