Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Willkommen Havo 3
Woche 7 - Stunde 1
Grammatik
Slide 1 - Diapositive
Heute
Am Ende dieser Stunde ...
... weet ik de 3e en 4e naamval van de lidwoorden.
... kan ik de lidwoorden in de 3e en 4e naamval gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Agenda
Terugblik PTO 2
Profielboekjes (gestuurd via Magister)
Profielkeuzeformulier invullen
Grammatik A, Seite 27
Slide 4 - Diapositive
Welke lidwoorden heb je in het Duits?
der (m)
die (v)
das (o)
die (mv)
Slide 5 - Diapositive
der- Gruppe
De lidwoorden der/die/das worden ook vervoegd. Deze worden in de derde en vierde naamval anders vervoegd.
Slide 6 - Diapositive
der-Gruppe
m
v
o
mv
1
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
3
demMann
derFrau
demKind
denKindern
4
denMann
die Frau
das Kind
die Kinder
Slide 7 - Diapositive
Voorzetsels 3e naamval
Je leert dat na deze voorzetsels de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.
Slide 8 - Diapositive
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
na / naar
sinds
van
naar (personen)
Slide 9 - Diapositive
Voorzetsels 4e naamval
Er zijn ook voorzetsels die bij mannelijke woorden de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.
Slide 10 - Diapositive
bis
durch
für
gegen
ohne
um
tot
door
voor
tegen
zonder
om
Slide 11 - Diapositive
Profielkeuzeformulier
Stappenplan
1) Welk woord moet je vertalen? 2) Wat is de vertaling van dat woord? 3) Staat het woord in de DER- of de EIN-Gruppe? 4) Welke naamval moet je gebruiken (ontleden of staat er een voorzetsel)?
Onderwerp: 1e naamval (wie doet wat)
Lijdend voorwerp: 4e naamval (wie/wat + gezegde + onderwerp)