Klas 3K, T1, paragraaf 6, Reductiedeling (meiose)

Thema 1, paragraaf 6
Reductiedeling
(Meiose)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 1, paragraaf 6
Reductiedeling
(Meiose)

Slide 1 - Diapositive

Goedemorgen

  • Chromebook op de tafel, dicht
  • Kauwgom in de prullenbak
  • En sssst...!!!

Slide 2 - Diapositive

Doelen
1.6.1 Je kunt beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt, wat het doel van de meiose is en wat de kenmerken ervan zijn.
1.6.2 Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
1.6.3 Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen

Slide 3 - Diapositive

In deze les:
  • Controle huiswerk
  • Begrippentoets paragraaf 6
  • Instructie paragraaf 6

Slide 4 - Diapositive

Controle huiswerk
  • Rode opdrachten nog een keer maken
  • Samenvattings-opdracht in schrift?

Slide 5 - Diapositive

Begrippen toets
paragraaf 6

Slide 6 - Diapositive



In de afbeelding hierboven zie je hoe bij de reductiedeling uit één speciale cel twee zaadcellen ontstaan.
Jaxx zegt dat beide zaadcellen die ontstaan zijn een verschillend genotype hebben. Heeft hij gelijk? 

A
Juist, chromosomenparen zijn nooit hetzelfde
B
Onjuist, chromosomenparen zijn altijd hetzelfde

Slide 7 - Quiz

Bij reductiedeling:
A
Worden de chromosoomparen gekopieerd en verdeeld er ontstaan 2 dochtercellen
B
Worden de chromosoomparen gesplitst, er ontstaan 2 geslachtscellen
C
Wordt de helft van de paren in de een cel en de ander helft in een andere cel gestopt
D
Worden de chromosoomparen gesplitst en er ontstaan 4 geslachtscellen

Slide 8 - Quiz

Welk type cellen wordt gemaakt met reductiedeling?
A
Lichaamscellen (spiercel / botcel etc.)
B
Geslachtscellen (zaadcel / eicel)

Slide 9 - Quiz

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 10 - Quiz

23. Welke geslachtschromosomen zitten er in een LICHAAMSCEL van een vrouw? En van een man?

Schrijf je antwoord als volgt op: Man: ... Vrouw: ...

Slide 11 - Question ouverte

Hoe heten de cellen van ons lijf?
A
geslachtscellen
B
lichaamscellen
C
cellen

Slide 12 - Quiz

Gewone celdeling heet ook wel:
A) mitose B)meiose
A
mitose
B
meiose

Slide 13 - Quiz

Wat is een meiose?
Bij een meiose worden...
A
nieuwe cellen gevormd
B
geslachtscellen gevormd
C
reductiedeling
D
gewone celdeling

Slide 14 - Quiz

Alle zaadcellen van een man bevatten dezelfde erfelijke informatie.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Celdeling bij geslachtscellen: Reductiedeling (meiose)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Geslachtscellen
Geslachtscellen bevatten maar 23 chromosomen

Slide 18 - Diapositive

Reductiedeling
(Meiose)





Cytopnnnn


Geslachtscellen ontstaan door 
reductiedeling

Slide 19 - Diapositive

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 1: Kopiëren van chromsomen

Slide 20 - Diapositive

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 2: Spiraliseren van chromosomen

Slide 21 - Diapositive

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 3: de chromosomen gaan uit elkaar

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 4: Celdeling 1
Er zijn nu 2 cellen met nog 46 chromatiden en 23 chromosomen.

Slide 24 - Diapositive

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 5: De DNA ketens gaan uit elkaar. 

Slide 25 - Diapositive

De stappen van celdeling





Cytopnnnn


Stap 6: Celdeling 2
Elke chromosoom komt 1x voor, enkelvoudig!

Slide 26 - Diapositive

Bevruchting




Cytopnnnn

De enkelvoudige chromosomen uit de geslachtcellen vormen samen weer een paar! 
Een organisme met een nieuwe combinatie van eigenschappen.

Slide 27 - Diapositive

Geslachtschromosomen




Cytopnnnn

23 paren chromosomen,
1 paar zijn de geslachtschromosomen.

Slide 28 - Diapositive

Geslachtschromosomen




Cytopnnnn

Er zijn twee geslachtschromosomen:
• een X-chromosoom
• een Y-chromosoom
XX= een vrouw
XY= een man

Slide 29 - Diapositive

Geslachtschromosomen




Cytopnnnn

Er zijn twee geslachtschromosomen:
• een X-chromosoom
• een Y-chromosoom
XX= een vrouw
XY= een man

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk:

Maken paragraaf 6,
Lezen samenvatting
Lees eerst de paragraaf goed door en maak dan de vragen.
Zie magister.learn voor de juiste opdrachten. 

Slide 31 - Diapositive