Opdrachten met de krant

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5-8

Opdrachten met de krant!

Waar of niet waar

Werk met een maatje.

Lees beiden hetzelfde artikel.

Bedenk 3 stellingen, één is niet waar.

Lees de stellingen van je maatje en bepaal welke niet waar is.

Ga na of je idee klopt.

Laat elkaar zien waar de antwoorden op de andere stellingen te vinden zijn.

 

Mindmap

Werk eerst alleen.

Lees de tekst eerst helemaal door.

Bepaal wat de poten van de mindmap kunnen zijn.

Maak je mindmap. Zorg voor plaatjes/ tekeningen en woorden.

Gebruik per ‘poot’ van de mindmap dezelfde kleur.

Geef je mindmap aan een ander en laat raden bij welk artikel de mindmap hoort.

Schrijf de titel van het artikel in het midden van je mindmap.

 

Wie, wat, waar schema

Werk alleen of samen.

Vul een Wie-wat-waar schema in.

Werk je samen? Pas wat opschrijven als je het samen eens bent.

 

Stelling

Werk in een twee- of viertal.

Lees allemaal de stelling op pagina 5.

Onderstreep in de tekst alle argumenten. Geef voor- en tegen argumenten elk een andere kleur.

Bedenk je eigen stelling op basis van de argumenten.

Praat in een tweetal of viertal over jullie stellingen.

Geef aan of je het eens bent met de stelling of niet (en vertel waarom).

 

Maak je eigen nieuwsquiz

Werk in tweetallen.

Lees beiden een (of meer) verschillende artikelen.

Maak multiple choice vragen bij de tekst met 4 mogelijke antwoorden.

Geef de ander je vragen en laat beantwoorden.

 

Wat zou je nog meer willen weten over..

Werk alleen of samen.

Lees een artikel goed

Bedenk vragen bij het onderwerp van het artikel die je gaat opzoeken. Begin je vragen met ‘vraagwoorden’ als wie, wat, wanneer, waarom en hoe.

Zoek de antwoorden op internet. Gebruik je vraag of woorden uit je vraag als zoekterm.

 

Recensie

Werk alleen.

Lees een artikel.

Schrijf er een recensie over.

Beschrijf eerst kort waar het artikel over gaat.

Schrijf dan op wat je goed en minder goed vind aan het artikel.

Sluit af met een advies over het wel of niet lezen van het artikel.

 

Maak een stripverhaal

Werk alleen.

Maak een strip over de inhoud van het artikel.

Gebruik eventueel pagina 137 uit het schrift.

 

Tekenen

Werk samen.

Leerling A leest een stukje tekst voor.

Maak beiden een snelle tekening bij dat stukje tekst.

Dan leest leerling B.

Maak beide een snelle tekening bij dat stukje tekst.

Vergelijk de tekeningen. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?

 

Lees en vraag 1

Werk samen.

Kies een artikel. Verdeel de alinea’s of stukjes.

Leerling A leest een alinea of stukje en bedenkt daar een vraag bij voor leerling B.

Daarna leest leerling B een stukje en bedenkt een vraag voor leerling A.

Zo doorgaan tot het artikel uit is.

 

Lees en vraag 2

Werk samen.

Kies een artikel. Verdeel de alinea’s of stukjes.

Leerling A leest de eerste alinea hardop voor en beantwoordt de volgende vragen:

• Noem het onderwerp van de alinea (max. drie woorden). Leg uit hoe je dat hebt ontdekt.
  
• Noem de hoofdgedachte van de alinea (één zin) en leg uit hoe je dat hebt ontdekt.
  
• Voorspel wat er volgens jou in de volgende alinea staat. Je hoeft het niet goed te zeggen.
  

Leerling B doet hetzelfde met de volgende alinea. Herhaal dit tot de hele tekst is behandeld.

 

Over de streep 1

Hele klas

Lees allemaal het artikel..

Bedenk eerst voor jezelf een stelling bij de tekst.

Vertel je stelling, klassikaal bepalen jullie wat de beste stelling voor nu is.

Schrijf voor jezelf argumenten voor en tegen de stelling op.

Er staat een denkbeeldige lijn in de klas. De ene kant is voor, de andere kant is tegen.

Voer de discussie met de andere kant.

Zorg voor een goede beurtverdeling en luister naar elkaar.

Probeer elkaar te overtuigen.

 

Over de streep 2

Lees allemaal het artikel.

Bedenk eerst voor jezelf een stelling bij de tekst.

Vertel je stelling, klassikaal bepalen jullie wat de beste stelling voor nu is.

Schrijf voor jezelf argumenten voor en tegen de stelling op.

Er staat een denkbeeldige lijn in de klas. De ene kant is voor, de andere kant is tegen. Ben je neutraal dan sta je in het midden.

Voer de discussie met de andere kant.

Luister goed naar elkaar en probeer elkaar te overtuigen.

Verander je van gedachten, ga dan anders staan.

 

Dobbelen

Werk samen.

Lees beide hetzelfde artikel.

Gooi om de beurt met een dobbelsteen.
De ander beantwoordt de vraag:

1= Wie? 

2= Wat?

3= Waar?

4= Waarom?

5= Hoe?

6= Voor wie? Of door wie?

 

Dobbelen 2

Werk samen.

Lees beide hetzelfde artikel.

Gooi om de beurt met een dobbelsteen.

Beantwoordt beide de vraag.

1= Wat vind je het meest interessant?

2= Wat weet je nu wat je nog niet wist?

3= Doe een voorstel voor een andere foto en beschrijf die.

4= Wat zou een leuke Scoop zijn bij dit artikel?

5= Bedenk een andere titel.

6= Geef het artikel een andere vormgeving (bijv. maak er een strip van, of zet tekst in een kader).

 

Lees dit!

Werk alleen.

Lees een artikel.

Schrijf in maximaal 3 zinnen een wervende tekst voor het artikel.

Schrijf deze op zodat je klasgenoten dit kunnen lezen.

 

Puzzel

Werk alleen of samen.

Maak een puzzel over een van de artikelen. Laat je inspireren door de puzzels in de krant.

Laat een ander de puzzel oplossen.

 

Advies

Werk alleen.

Bedenk een woord bij het artikel dat je leest.
Bijvoorbeeld: Grappig! Dit wist je echt nog niet! Zo zielig!

Schrijf dit op een post-it en plak dat in het doorblader-exemplaar.

 

Mijn Kidsweekjaar

Werk alleen.

Lees de hele krant.

Bepaal wat je een echt leuk, grappig, interessant artikel vindt.

Knip dat artikel uit en plak het op een A3

Vouw de A3 papieren dubbel: je hebt nu een eigen bladzijde van een krant. Maak zo je eigen Kidsweek jaarkrant.

 

Speeddate

Werk met de klas.

Sta of zit in een binnen- buitenkring.

Vertel om de beurt kort aan elkaar welk artikel je gelezen hebt en wat je er van vond.

Draai een of meer plaatsen door.

 

Top 10

Werk eerst alleen, dan samen.

Bepaal wat je het leukste artikel in de krant vond.

Vertel klassikaal welke dat is: je leerkracht schrijft mee op het bord.

Welk artikel krijgt de meeste stemmen?

Bepaal zo samen een top 5 of 10.

 

Maak de nieuwsquiz

Maak de nieuwsquiz op pagina 20 van de kidsweek!