B3 Lezen 5

Leerdoel

Je kunt activerende teksten herkennen.

Je kunt onderwerp en hoofdgedachte benoemen

Je kunt argumenten herkennen.

Welke zin is een oproep?

1. Wist je dat een panda 38 kilo bamboe op kan?
2. Braadt het vlees eerst even aan.
3. Koop nu een broodje en krijg een cola gratis.
4. Vandaag is de eerste dag van de voorleesweek.

Waarvoor zou jij een
oproep willen doen?

Activerende teksten

Wat is het doel van de schrijver in tekst 1?

1. Je informeren over Festival Circolo.
2. Je oproepen om naar Festival Circolo te gaan.
3. Zijn mening geven over Festival Circolo.
4. De schrijver heeft geen doel.

Activerende teksten

De schrijver wil de lezer ervan overtuigen 

- dat hij iets moet doen

- dat hij iets moet laten

De schrijver geeft

-  argumenten 

- een duidelijke oproep

De oproep vind je

- in de titel

of

in de afsluitende zin

Maken

blz. 130 - 5.2 Lezen

opdracht 1 - 6

Als je klaar bent:

opdracht 12

Antwoorden 2 - 6

Leerdoel

Je kunt Opmaakelementen herkennen.

Je kunt vertellen wat hetdoel van de schrijver is.

Antwoorden 2 - 6

Maken

blz. 134 - 5.2 Lezen

opdracht 7 - 11

Als je klaar bent:

opdracht 13

Antwoorden 7 - 11

Toetsweek

week 14 (1 - 5 april)

Leren:

Lezen H 5