Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nederlands
Leesvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
Kun je uitleggen wat een kerzin is.
Kun je de kernzinnen benoemen in elke alinea.
Kun jij de) betekenis van de woordenlijst vertellen aan mij. (was huiswerk)
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Kernzin=
Belangrijkste zin van een alinea.
Kernzin is meestal de eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
In de zinnen voor of na de kernzin staat vaak een uitleg of voorbeeld uit iets van de kernzin.
Slide 3 - Diapositive
Geen alinea's
Wel alinea's
Slide 4 - Diapositive
Kernzinnen
In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen. Zoals voorbeelden.
Belangrijkste wat er gezegd wordt over een deelonderwerp
Slide 5 - Diapositive
Welke zin is de kernzin?
Slide 6 - Question ouverte
Aan de slag!
timer
10:00
Wat?
Hoe?
Wie?
Hulp?
Tijd?
Opdrachtenn
Magister> Leermiddelen > NN > Planning
Alleen
Geen hulp
30 minuten
Slide 7 - Diapositive
Kun je de kernzinnen benoemen in elke alinea
Terugblik
Lesdoelen
Slide 8 - Diapositive
Meenemen:
Laptop
Digitale opdrachtenn
Volgende les
Huiswerk
Slide 9 - Diapositive
Kernzinnen zijn vaak
A
De eerste zin van de alinea
B
De eerste of tweede zin van de alinea
C
De eerste, tweede of laatste zin van de alinea
D
De laatste zin van de alinea
Slide 10 - Quiz
Waarom schrijf je alleen de kernzinnen op?
A
Anders moet je teveel schrijven
B
Omdat het moet
C
Je schrijft de hele tekst op
D
Ze zijn zelf een korte samenvatting
Slide 11 - Quiz
Wat is de kernzin?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de kernzin van de alinea?
Slide 13 - Question ouverte
In een tekst geef je uitleg door gebruik te maken van voorbeelden. Dit zijn .....
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 14 - Quiz
De zinnen in alinea 4 zijn:
'Mensen die voor hun werk veel buiten in het groen zijn, lopen risico op tekenbeten. Ook kinderen die buiten spelen en mensen die bijvoorbeeld picknicken of wandelen in het bos, kunnen tekenbeten krijgen.'
A
hoofdzaken
B
bijzaken
Slide 15 - Quiz
Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst? Noteer het cijfer.