Thema 6| Zintuigen

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is de adequate prikkel voor je ogen?
A
Geluid
B
Geur
C
Licht
D
Druk

Slide 7 - Quiz

Honden kunnen lagere tonen horen dan wij. Hun ___ voor geluid ligt lager.
A
Adequate prikkel
B
Drempelwaarde
C
Gewenning
D
Motivatie

Slide 8 - Quiz

Noem een niet-adequate prikkel voor de tong.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarom hebben goudvissen geen traanklieren en oogleden?

Slide 15 - Question ouverte

De iris van een albino is rood. Leg uit hoe dat komt.

Slide 16 - Question ouverte

Zeehonden, dolfijnen en walvissen leven in het water, maar maken toch traanvocht. Dit traanvocht bestaat uit een olieachtige vloeistof. Verklaar dit.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Het hoornvlies bevat veel gevoelige zenuwuiteinden. Als je bijv. een vliegje in het oog krijgt, treedt er een reflex op. Waarom is dit handig?

Slide 26 - Question ouverte

Als de kringspieren samentrekken, wordt de pupil ...
A
Groter
B
Kleiner

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Iemand kijkt naar een voorwerp op meer dan 5 meter afstand. De ooglens is dan ...
A
Bol
B
Plat

Slide 31 - Quiz

Welke spieren maken de pupil kleiner?
A
De kringspieren
B
De straalsgewijs lopende spieren

Slide 32 - Quiz

Kan je kleur zien in het donker?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Bij een kleurenblinde man is het gen voor kleurenblindheid in alle cellen van het oog aanwezig.

In welk deel van het oog heeft het gen de uitwerking dat het kleurenzien wordt verstoord?
A
In de iris
B
In de ooglens
C
In het glasachtig lichaam
D
In het netvlies

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive