b1 Het zintuigenstelsel

Thema 11 Zintuigen
 b1 Het zintuigenstelsel
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 11 Zintuigen
 b1 Het zintuigenstelsel

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen basisstof 1
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over het zintuigenstelsel?

Slide 3 - Carte mentale

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:
gehoorzintuig in oren,
gezichtszintuig in ogen, etc.

Slide 4 - Diapositive

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:
gehoorzintuig in oren,
gezichtszintuig in ogen, etc.
In een zintuig bevinden zicht zintuigcellen:
elke zintuigcel is verbonden met een uitloper van een gevoelszenuwcel.

Slide 5 - Diapositive

Elk zintuig is gevoelig voor een specifieke prikkel: de adequate prikkel

Slide 6 - Diapositive

Wat is de adequate prikkel voor de gezichtzintuigcellen?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de adequate prikkel voor het reukzintuig?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de adequate prikkel voor het tastzintuig?

Slide 9 - Question ouverte

Drempelwaarde
Een prikkel moet sterk genoeg zijn voordat een zintuigcel impulsen gaat afgeven.

 Dat noemen we de drempelwaarde.

Slide 10 - Diapositive

gewenning
Als een prikkel lang aanhoudt of steeds herhaald wordt, gaat de drempelwaarde omhoog.

Gevolg: Je neemt minder tot geen prikkels waarnemen. 

Bijvoorbeeld: armband die je omdoet voel je niet meer


Slide 11 - Diapositive

Drempelwaarde verlagen
De drempelwaarde kan je dus verlagen. Als je twee mensen ziet fluisteren en je gaat je op het gesprek concentreren, kan je soms wat meer horen van het gesprek. 
  • Dit noem je motivatie

Slide 12 - Diapositive

Je werk in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer.
De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 13 - Quiz

Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag

Slide 14 - Quiz

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?
adequate prikkels
drempelwaarde
gewenning / motivatie

Slide 15 - Sondage

Thema 11 Zintuigen. Bs 2. Tien zintuigen van de mens

Slide 16 - Diapositive

leerdoelen basisstof 2
  • Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
  • je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.

Slide 17 - Diapositive

1

Slide 18 - Vidéo

Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 19 - Quiz

3

Slide 20 - Vidéo

Welk zintuig reageert op welke prikkel?
Sleep de prikkels naar het juiste plaatje
Licht
Geluid
Geurstoffen
Smaakstoffen
Warmte/kou/ druk/aanraking

Slide 21 - Question de remorquage

Welk zintuig ligt er niet in je huid?
A
Koude zintuig
B
Tastzintuig
C
Evenwichtszintuig
D
Drukzintuig

Slide 22 - Quiz

Onderdeel 1 en 2 geven een zintuig in de huid weer. Welke is logischerwijs het drukzintuig en welke het tastzintuig? 

Sleep A en B.
Drukzintuig
Tastzintuig

Slide 23 - Question de remorquage

Als je verkouden bent en je eet een loempia dan smaakt dat anders dan je gewend bent.

Hoe komt dat?
A
Als je verkouden bent worden andere zintuigen in je tong geprikkeld dan wanneer je niet verkouden bent.
B
De hersenen krijgen nu alleen maar impulsen van de smaakzintuigen en niet van het reukzintuig.
C
Het reukorgaan is gevoeliger voor prikkels door de verkoudheid en stuurt meer impulsen naar de hersenen.

Slide 24 - Quiz

Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Leerdoelen
* Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig 
    en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate 
    prikkels zijn.
* Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de 
    reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze 
    werken en wat hun adequate prikkels zijn

Slide 27 - Diapositive

Gezichtszintuig
In de ogen licht het gezichtszintuig.
Het licht dat in de ogen valt komt terecht op de zintuigcellen in het netvlies. Deze sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt zien.

Adequate prikkel: Licht

Slide 28 - Diapositive

Gehoorzintuig 
In de oren ligt het gehoorzintuig.
Dit zintuig reageert op geluiden/trillingen. De zintuigcellen in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel: Geluid/trilling

Slide 29 - Diapositive

Evenwichtszintuig
In de oren ligt ook het evenwichtszintuig of evenwichtsorgaan. De maakt gebruik van de zwaartekracht om de stand van je hoofd te meten zodat je rechtop blijft staan. Ook meet deze of je snel of langzaam gaat.

Slide 30 - Diapositive

Zintuigen in de huid 
In de huid liggen verschillende zintuigen: 

* Tastzintuig: Tastknopjes liggen vlak onder 
    de  huid en reageren op lichte aanraking. 
    Hiermee voel je bijvoorbeeld het verschil 
    tussen hard, zacht, glad of ruw.
* Drukzintuigen: Liggen dieper in de huid,     
   en voelen druk. Ze zijn belangrijk bij het 
   regelen  van de kracht waarmee je iets 
   vastpakt.


Slide 31 - Diapositive

Zintuigen in de huid 
* Koudezintuig: Reageert op lagere
   temperaturen, kou dus.
Warmtezintuig: Reageert op hoge 
   temperaturen, warmte dus
* Pijnpunten : Reageren op pijn en 
   schadelijke prikkels. Pijnpunten 
   zien er iets anders uit dan de  
   andere zintuigen in de huid.  
   Ze zitten ze niet alleen in de huid, maar  
   overal in het lichaam.

Slide 32 - Diapositive

Het reukzintuig.
Bovenin de neus ligt het reukzintuig. De reukzintuigcellen en de reukharen liggen in het neusslijmvlies
Impulsen gaan naar de hersenen, waardoor je iets ruikt.

Adequate prikkel: Geurstoffen

Slide 33 - Diapositive

Smaakzintuig
In oppervlak van de tong zitten groefjes met daarin smaakknopjes
In smaakknopjes zitten de smaakzintuigcellen.
Je proeft alleen: zoet, zuur, zout, bitter (en umami). Bij de andere smaken heb je je reukzintuig nodig.

Adequate prikkel: Smaakstoffen

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo