Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Vorm
Van figuratief naar abstract
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert:
Wat abstract en figuratief betekent.
Abstract en figuratief werk herkennen.
Zelf abstraheren toepassen.
Slide 2 - Diapositive
Vorm
Figuratief = Je kan zien wat het voorstelt.
Geabstraheerd = Je ziet nog wel wat het voorstelt maar de vormen zijn sterk vereenvoudigd.
Abstract = Je kan niet zien wat het voorstelt.
Abstraheren = Vormen vereenvoudingen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Figuratief
Figuratief = Je kan zien wat het voorstelt.
Weiland met koeien.
Landschap met molens.
Zelfportret van Rembrandt.
Slide 5 - Diapositive
Geabstraheerd
Je ziet nog wel wat het voorstelt maar de vormen zijn sterk vereenvoudigd.
Gitaar
Mens
Bloemen
Oog
Staande vogel
Vliegende vogel
Bloem
Ster
Boom
Slide 6 - Diapositive
Abstract
Je kan niet meer zien wat het voorstelt.
Slide 7 - Diapositive
Abstraheren = Vereenvoudigen, details weg laten.
Abstraheren = vereenvoudigen, details weglaten.
Slide 8 - Diapositive
Dit schilderij is...
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstraheerd
D
Uitgeknipt
Slide 9 - Quiz
Hoe heet een kunstwerk waarbij je kan zien wat het voorstelt.
Slide 10 - Question ouverte
Dit schilderij is...
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstraheerd
D
Bestickerd
Slide 11 - Quiz
Figuratief
Geabstraheerd
Abstract
Slide 12 - Question de remorquage
De opdracht
We gaan een voorwerp dat bestaat uit meerdere basisvormen abstraheren door er 6 tekeningen van te maken.
We laten in 6 stappen zien hoe een voorwerp vereenvoudigd wordt. Bij de laatste stap bestaat de tekening alleen nog uit geometrische vormen.
Doel: Basisvormen leren ontdekken in verschillende voorwerpen en leren waarnemen.
Slide 13 - Diapositive
Basisvorm
De grote vorm van een ding zonder details.
Slide 14 - Diapositive
Geometrische vormen
Alle vormen die je met een passer of liniaal kunt maken/meten.
Vergeet de lijn niet!
Slide 15 - Diapositive
Werkwijze
Zoek een simpel, klein voorwerp dat JIJ zo realistisch mogelijk na kunt teken. (Dit moet uit meerdere basis vormen bestaan.)
Teken het dier na, zo realistisch mogelijk (figuratief).
Teken het voorwerp nog vijf keer na en abstraheer het per tekening iets meer, totdat je alleen nog geometrische vormen overhoudt bij de laatste tekening
Tip:
Maak alle ronde vormen en lijnen recht en vul op met geometrische vormen.