Halloween

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 13 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

13

Slide 1 - Vidéo

00:42
25% van alle ... wordt verkocht vlak voor Halloween.
A
verkleedkleding
B
zoetigheid
C
versiering
D
verlichting

Slide 2 - Quiz

01:08
Wat betekent 'hallowed'?
A
heilig
B
spookachtig

Slide 3 - Quiz

01:21
Wanneer begon het Keltische jaar?
A
30 oktober
B
31 oktober
C
30 november
D
31 november

Slide 4 - Quiz

01:58
Waar waren de vreugdevuren voor bedoeld?
A
bescherming
B
verlichting
C
warmte
D
gezelligheid

Slide 5 - Quiz

02:16
Voor wie was al het eten bedoeld?
A
Voor de gasten
B
Voor de familie
C
Voor de levenden
D
Voor de overledenen

Slide 6 - Quiz

02:53
Wat wordt bedoeld met 'guising'?
A
snoepgoed uitdelen
B
langs de deuren gaan
C
pompoenen uithollen
D
verkleden

Slide 7 - Quiz

03:05
Wat werd vroeger gebruikt om de gezichten zwart te schminken?
A
inkt
B
olie
C
as
D
modder

Slide 8 - Quiz

04:46
Waar werd het geofferde brood in gedrenkt?
A
water
B
wijn

Slide 9 - Quiz

05:54
Hoe werd All Saints' Day ook wel genoemd?
A
All-Hallows
B
All-Halloween

Slide 10 - Quiz

06:14
In welk jaar is All Hallows Day naar 1 november verplaatst?
A
853
B
845
C
835
D
854

Slide 11 - Quiz

07:29
Waarom droegen mensen kostuums?
A
Zodat de doden hen niet zouden herkennen
B
Zodat de levenden hen niet zouden herkennen
C
Omdat ze dat leuk vonden
D
Omdat het traditie was

Slide 12 - Quiz

08:43
Wat dachten vrouwen te kunnen zien in de spiegel?
A
De naam of gedaante van hun overleden vader
B
De naam of gedaante van hun overleden opa
C
De naam of gedaante van hun toekomstige zoon
D
De naam of gedaante van hun toekomstige man

Slide 13 - Quiz

09:22
Welke oude gebruiken zijn niet verdwenen tijdens Halloween?

Slide 14 - Question ouverte

Halloween

Slide 15 - Diapositive

9

Slide 16 - Vidéo

00:06
Who are playing music at the party?
A
The werewolves
B
The witches
C
The skeletons
D
The vampires

Slide 17 - Quiz

00:25
The vampire....... the boy
A
hugs
B
is hugging
C
takes
D
is taking

Slide 18 - Quiz

00:30
What does "overprotective" mean?
A
Overtuigd
B
Overactief
C
Over
D
Overbeschermend

Slide 19 - Quiz

00:40
The kids...........
A
plays
B
playing
C
are playing
D
is playing

Slide 20 - Quiz

01:02
What is the vampire doing?
A
She are doing the limbo
B
She do the limbo
C
She done the limbo
D
She is doing the limbo

Slide 21 - Quiz

01:05
What is everybody doing?
A
Cheering
B
Clapping
C
whispering
D
crying

Slide 22 - Quiz

01:28
Why are the little werewolves excited?
A
Because they are having fun
B
Because they are playing
C
Because they ate sugar
D
Because they are hungry

Slide 23 - Quiz

01:55
What came out?
A
a teeth
B
a hair
C
a toes
D
a tooth

Slide 24 - Quiz

02:35
Why does she want to move?
A
Bigger house
B
Safety
C
Better weather
D
for love

Slide 25 - Quiz

Happy Halloween

Slide 26 - Diapositive