Persoonlijke voornaamwoorden & SER

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1 M/H/V

Woorden in het klaslokaal

Herhaling lidwoorden & getallen

Uitleg persoonlijke voornaamwoorden & het werkwoord SER

kies het juiste lidwoord: libros

1. el
2. la
3. los
4. las

Kies het juiste lidwoord:
... ventana

1. la
2. el
3. los
4. las

Kies het juiste bepaalde lidwoord :

'chico'

1. el
2. la
3. los
4. las

Woorden zoals Verdad, estación, chica zijn...

1. mannelijk en hebben het lidwoord el / un
2. vrouwelijk en het het lidwoord la / una

zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o- zijn over het algemeen:

1. mannelijk en hebben het lidwoord el/un
2. vrouwelijk en hebben het lidwoord la /una

Wat is het juiste bepaalde lidwoord?

................sillas.

1. unos
2. unas
3. las
4. los

maak meervoud:
un libro

maak meervoud:
el hotel

yo

tú

él/ella/usted

nosotros/-as

vosotros/-as

ellos/ellas/ustedes

persoonlijke voornaamwoorden

ik

jij

hij/zij/u

wij

jullie

zij/u (meervoud)

Nosotros

Yo 

Ellos/ellas 

tú 

él/ella

Jullie

Wij  

jij 

ik

Hij/zij  

Zij (mv) 

Vosotros 

vervoeg het werkwoord SER

1. Mi padre ____________ mecanico.

2. Yo _____________ madrileña.

3. ¿Vosotros _______________ de Costa Rica?

4. Ellas ________________ amigas.

5. ¿Tú _______________ profesor de español?

6. Nosotros _________________ alumnos del KSG.

7. Enrique ______________ mi hermano.

vervoeg:
ella (ser)

vertaal:
Wij zijn Spaans (Spaans = españoles)

Let op!

Maria y yo = nosotros (wij)

Maria y tú = vosotros (jullie)

Juan y Maria = ellos (zij)

Los chicos = ellos (zij)

El señor Márquez = él (hij)

vervoeg het werkwoord SER

1. Juan y Carmen __________ amigos.

2. Laura y yo ____________ hermanas.

3. Las chicas _____________muy guapas.

4. La señora Gómez _____________ mi vecina.

5. Paco y tú _______________ rubios.

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.

amarillo

azul

negro

gris

rojo

verde

blanco

naranja

rosa

marrón

Welke vraag hoort hierbij (in het Spaans?

1. Tengo quince años.

2. Muy bien ¿y tú?

3. Vivo en Amsterdam.

4. Me llamo Carolina.

5. Mi número es el 06-77862319

schrijf het getal uit in het Spaans:
16

1. dieciséis
2. diezicéis
3. diesiséis
4. diez y séis

Schrijf het getal uit in het Spaans:
5

Siete is het getal .....

1. 7
2. 9
3. 6
4. 5