H1: leestekens en citaten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Lezen uit je leesboek
• Taalverzorging H1 - leestekens (blz. 32) 
• Werken aan de weektaak 

H1 Taalverzorging - leestekens

Doelen:

• Ik kan hoofdletters, punten, komma’s en vraagtekens gebruiken (herhaling);
• Ik kan hoofdletters, dubbele punten en aanhalingstekens in citaten gebruiken.

Hoofdletters en leestekens

Waarom leren we dit eigenlijk?

Leestekens

Leestekens zorgen ervoor dat een tekst makkelijker te lezen is. Een vergeten of verkeerd geplaatst leesteken is een fout. 

De volgende leestekens ken je al: 

punt, komma, vraagteken, uitroepteken en dubbele punt

Hoofdletters

-Aan het begin van een zin

-Bij alle soorten namen:

  Jan, meneer Jansen, Assendorperdijk, Zwolle, Overijssel

Let op: niet bij dagen, maanden, seizoenen en windrichtingen:

                maandag, februari, herfst, het zuiden

Komma

-Voor voegwoorden: want, omdat, maar, zodat, ...

-Tussen twee persoonsvormen: 

   Als een docent ziek is, wordt hij uitgeroosterd.

-Bij een opsomming: 

  We hebben vandaag Nederlands, Engels, biologie en wiskunde.

Citaat

Wat is een citaat?

Citaat - voorbeelden

– Marthe zei: ‘ Ik haal wel even croissantjes bij de bakker. ’

– Na de repetitie vroeg de dirigent: ‘ Kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?’

Wat valt op? 

Citaat

Je schrijft letterlijk op wat iemand heeft gezegd. 

Zo citeer je:

• Zet voor het citaat een dubbele punt.
  
• Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een              punt, vraagteken of uitroepteken.
• Zet het citaat tussen aanhalingstekens.

Citaat 

Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. Je zet achter het citaat een komma, vraagteken of uitroepteken:

‘De roosterwijzigingen staan op de website’, zei meneer Van Dam.

‘We zijn kampioen!’ joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.

Maken in tweetallen:

Opdracht 2, blz. 32. 

Verder met:

Taalverzorging H1, blz 32 - opdracht 1, 3, 4, 5 + 6