Het regelmatige werkwoord op -er

Het regelmatige werkwoord op -er
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 1 - Diapositive

Werkwoorden op -er vervoegen
adorer
aimer
téléphoner
détester
préférer
chercher
trouver
regarder
De laatste 2 letters van deze werkwoorden zijn -er

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden op -er vervoegen
Stel we willen het volgende werkwoord vervoegen : donner (geven)

Stap 1 : -er weghalen. Je houdt de stam over: donn
Stap 2 : plak de uitgang achter de stam die bij de vorm hoort.

je
donne
tu
donnes
il/elle
donne
on 
donne
nous
donnons
vous
donnez
ils/elles
donnent

Slide 3 - Diapositive

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il
nous
vous
elle
tu
je
wij
zij
ik
jullie
jij
hij

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
on
ils
il
elles
zij (m mv)
zij (v mv)
hij
wij

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe zou je het werkwoord aimer
in de hij-vorm zetten?
je
donne
tu
donnes
il/elle
donne
on 
donne
nous
donnons
vous
donnez
ils/elles
donnent

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zou je het werkwoord aimer
in de ik-vorm zetten?
je
donne
tu
donnes
il/elle
donne
on 
donne
nous
donnons
vous
donnez
ils/elles
donnent

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zou je het werkwoord parler
in de jullie-vorm zetten?
je
donne
tu
donnes
il/elle
donne
on 
donne
nous
donnons
vous
donnez
ils/elles
donnent

Slide 8 - Question ouverte

Au travail
Ga nu zelf aan de slag met de volgende slides!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Ik begrijp de regelmatige werkwoorden op -er.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage