Waarden en normen

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
LOBMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • De student kan aan het einde van de les de begrippen normen en waarden in eigen woorden uitleggen.
  • De student kan aan het einde van de les professionele eigenschappen bij zichzelf herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je van het gedrag van Janice?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden
Een waarde is iets dat belangrijk is, iets van ‘waarde’. Iets dat je wenselijk vindt, iets wat je na wilt streven. Een waarde is meestal één enkel woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, hulpvaardigheid, vriendelijkheid enz.


Slide 5 - Diapositive

Waarden kun je omschrijven als de idealen of overtuigingen van een groep mensen. Zaken die belangrijk worden gevonden en het nastreven waardig zijn. Vanuit waarden ontstaan gedragsregels (normen). Vandaar dat deze twee woorden zo vaak samen worden gebruikt.
Normen
Als je de waarde nastreeft dan gedraag je je op een bepaalde manier. Dat noemen we dan de norm, bijvoorbeeld: 
Waarde = eerlijkheid -> Norm = niet liegen
Waarde = hulpvaardigheid -> Norm = anderen helpen
Waarde = vriendelijkheid -> Norm = aardig zijn


Slide 6 - Diapositive

Er kunnen meerdere normen (gedragsregels) worden toegeschreven aan een bepaalde waarde.  
Voorbeeld beleefdheid -> 
1 . Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 
2. Als er oudere mensen in de trein instappen sta je voor diegene op. Enzovoort
Wat zijn waarden?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 7 - Quiz


Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 
Wat zijn normen?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Komen voort uit waarden

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm of waarde?
Bij een begroeting (voor corona) de handen schudden.
A
Norm
B
Waarde

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm of waarde?
Mensen met respect behandelen
A
Norm
B
Waarde

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.
A
Norm
B
Waarde

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook. Welke waarde past hierbij?
A
Geduldig
B
Vriendelijk
C
Trouw

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm: Als iemand je de weg vraagt, help je die persoon door het te uit te leggen.
Welke waarde?
A
Respect
B
Geduld
C
Trouw
D
Behulpzaamheid

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Norm: Wanneer je ziet dat iemand geld laat vallen, zeg je dat tegen die persoon.
A
Eerlijkheid
B
Trouw
C
Respect
D
Gehoorzaamheid

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijheid
Gelijkwaardigheid
Veiligheid
Ik mag gaan en staan waar ik wil.
 Als je op een scooter rijdt, doe je een helm op.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

behulpzaamheid - betrouwbaarheid- bescheidenheid - betrokkenheid - dankbaarheid - discipline - eerlijkheid - respect - duidelijkheid - eenvoud - eigenheid - flexibiliteit- geduld - gehoorzaamheid - gelijkwaardigheid- humor - veiligheid - liefde - loyaliteit - onafhankelijkheid - originaliteit - openheid- optimisme - rationaliteit - rechtvaardigheid - toewijding - tolerantie - vertrouwen - zorgzaamheid verantwoordelijkheid - zelfstandigheid

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een aantal waarden
die voor jou persoonlijk
belangrijk zijn

Slide 17 - Carte mentale

Bespreek waarom deze waarde belangrijk zijn voor de studenten en welke normen hieraan verbonden zijn. Wat nemen zij hiervan mee naar de praktijk? 
Koppeling met beroepshouding
Normen en waarden bepalen ons referentiekader


  • Hoe je kijkt naar iets,
  • Hoe je over iets denkt,
  • Hoe je je gedraagt on een bepaalde situatie

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive


Geef studenten 1 minuut de tijd om het begrip te lezen. Geef aan dat je hierna willekeurig studenten gaat vragen om voorbeelden en het begrip in eigen woorden uit te leggen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke professionele eigenschappen herken je bij jezelf? Benoem er 3

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Koppel de professionele eigenschappen aan jouw waarden en normen


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Carte mentale

Lesdoelen:

De student kan aan het einde van de les de begrippen normen en waarden in eigen woorden uitleggen.

De student kan aan het einde van de les professionele eigenschappen bij zichzelf herkennen.
Beschrijf 1 tip en 1 top.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions