8.4 Je bloedsomloop

Je lichaam werkt
Je bloedsomloop
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je lichaam werkt
Je bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  • Lezen 8.4 (t/m hoe stroomt het bloed door je lichaam)
  • Leerdoelen
  • Uitleg (herhaling + nieuwe stof 8.3 deel 8.4)
  • Verwerkingsopdracht
  • Maakwerk
  • Afsluiten 
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 8.3

Slide 3 - Diapositive

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur

Slide 4 - Question de remorquage

4. Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 5 - Question de remorquage

Longader
Aorta
Holle ader
Long slagader

Slide 6 - Question de remorquage

linkere kamer
Aorta
Kransslagader
bovenste holle ader
rechter boezem
kransader
linker boezem
longslagader

Slide 7 - Question de remorquage

De juiste volgorde van de hartslag is:
A
boezems-hartpauze-kamers
B
kamers-hartpauze-boezems
C
boezems-kamers-hartpauze
D
kamers-boezems-hartpauze

Slide 8 - Quiz

VWO 
Deel 8.3

Slide 9 - Diapositive

De hartslag
3 stappen:
  1. Boezems trekken samen
  2. Kamers trekken samen
  3. Hartpauze

Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurd er tijdens de hartslag in 3 fases? Sleep de juiste omschrijving naar de juiste hartfase.
Boezems trekken samen
Hartpauze
Kamers trekken samen

Slide 11 - Question de remorquage

Werking van het hart
Impuls:
Elektrisch stroompje

Slide 12 - Diapositive

ECG
Met een ElectroCardioGram (ECG) wordt de elektrische activiteit in het hart gemeten.

Slide 13 - Diapositive

P
QRS
T
Samen trekken boezems
Samen trekken kamers
Hartpauze

Slide 14 - Question de remorquage

Leerdoelen 8.4
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  • Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt

Slide 15 - Diapositive

Wat zie je op de plaatjes?
Wat zijn de overeenkomsten?

Slide 16 - Diapositive

Grote snelweg
Nauw steegje

Slide 17 - Diapositive

Welke soorten bloedvaten heb je?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Door kleppen in de bloedvaten kan bloed maar in 1 richting stromen...
Te vergelijken met supermarkt-poortjes...

Slide 22 - Diapositive

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door "deurtjes" in de aders...
C
Door "kleppen" in de aders...
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier...

Slide 23 - Quiz

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Liggen vaak dieper

Slide 24 - Question de remorquage

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurstof?
A
Door urinebuis
B
Door alleen slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 25 - Quiz

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?

Slide 26 - Diapositive

0

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen 

Slide 29 - Diapositive

Kleine bloedsomloop
= longen

Alleen de longen 

  • Van rechterkamer naar de longen 
  • Van longen naar de linkerboezem

Longslagader 
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 
Longader
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 

Slide 30 - Diapositive

Grote bloedsomloop
= lichaam

Het hele lichaam, behalve de longen 

  • Van linkerkamer naar het lichaam 
  • Van lichaam naar de rechterboezem 

Slagaders
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 
Aders
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 

Slide 31 - Diapositive

Hoe gaat de kleine bloedsomloop?
A
Hart - overige organen - hart
B
Hart - longen - hart
C
Hart - overige organen - longen

Slide 32 - Quiz

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Slide 33 - Quiz

Heb je de uitleg en de opdracht begrepen?
A
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig
B
Ja, ik begrijp het
C
Ik wil zelf nog rustig even naar kijken

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Opdracht 
Je gaat de weg die een bloedcel aflegt opschrijven.
Dit doe je duo's. Je krijgt hier 10 min. voor.  Gebruik blz. 109 bij deze opdracht.
Ben je eerder klaar? Begin met de opdrachten van 8.4. 


Slide 36 - Diapositive

timer
10:00

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Programma
  • Lezen kopje "bloeddruk" 
  • Filmpje bloeddruk
  • Verwerkingsopdracht havo: 12 en 14 - vwo: 9 en 12
  • Maken 8.4 af 

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Afsluiten

Slide 41 - Diapositive

Kijk naar de tabel.
1. Behoor jij tot beginner/onderweg/gevorderd of klaar?
2. Wat moet jij doen om bij groen te komen?

Slide 42 - Question ouverte

Huiswerk
Maken: 8.4 opdrachten online

Slide 43 - Diapositive