Verdieping chromatografie retentie en fasedistributie
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Instrumentele analyseMBOStudiejaar 3
Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met retentiefactor?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Zijn retentietijd en retentiefactor recht evenredig of omgekeerd evenredig?
A
Omgekeerd
B
Recht
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Bereken de retentietijd van een component met retentiefactor 10 en dode tijd = 0,59 min
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Een kolom heeft een lengte van30.1 m en een interne diameter van 0.530 mm. De stationaire fase op de wand van de kolom heeft een filmdikte van 3.1 µm. tm is 2.16 min en tr van een component is 17.32 min.
Bereken de retentiefactor van de component.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Een component met een hoge distributieconstant,
A
ondervind weinig retentie
B
zit voornamelijk in de mobiele fase
C
heeft een hoge retentiefactor
D
Geen idee.
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Een kolom heeft een volume van 16.6 mL voor de mobiele fase en een volume van 12.7 mL voor de stationaire fase. Een component op deze kolom heeft een retentietijd van 8,5 minuten. De dode tijd is 1,2 minuten. a. Bereken de tijd die de component in de stationaire fase doorbrengt.
Slide 24 - Question ouverte
Een kolom heeft een volume van 16.6 mL voor de mobiele fase en een volume van 12.7 mL voor de stationaire fase. Een component op deze kolom heeft een retentietijd van 8,5 minuten. De dode tijd is 1,2 minuten. b. Bereken de distributieconstante (K).
Slide 25 - Question ouverte
Een capillaire kolom heeft een volume mobiele fase van 33,1 mL en een volume stationaire fase van 2,8 mL. Een onvertraagde component komt na 63 sec. van de kolom af. Een tweede component na 433 sec. c. Bereken de retentiefactor k
Slide 26 - Question ouverte
Een capillaire kolom heeft een volume mobiele fase van 33,1 mL en een volume stationaire fase van 2,8 mL. Een onvertraagde component komt na 63 sec. van de kolom af. Een tweede component na 433 sec. d. Bereken de distributieconstante K
Slide 27 - Question ouverte
Stel je gebruikt een kolom met een filmdikte van de stationaire fase die gehalveerd is. e. Wat is dan het effect op de parameters berekend bij a, b, c en d ?
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Wat hebben we vorige week behandeld?
Retentiefactor k --> aantal deeltjes sf/mf
Faseratio β --> volume mf/sf
Distributieconstante Kc --> concentratie sf/mf
Slide 36 - Diapositive
invloed retentiefactor
Bij verandering chemische interactie veranderd de retentiefactor! --> hoe?
1. Verandering mf --> elutiesterkte (HPLC). GC--> temperatuur aanpassen
2. Verandering sf (ook Kc)
Slide 37 - Diapositive
Stel, de elutiesterkte wordt verhoogd bij een HPLC systeem. Wat gebeurd er met de Kc?
A
wordt kleiner
B
wordt groter
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Question ouverte
A
7
B
8
Slide 40 - Quiz
Beredeneer waarom de laatste piek een grotere retentiefactor heeft. Wat is er aan de hand?