taal groep 5
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betekent baren?
A
eten
B
een kind krijgen
C
schrokken
D
de verzorger opeten
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
wat voor woorden kennen jullie al van het thema
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betekend abonnement
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
dierentuin thema
Slide 5 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betkent het entreekaartje
A
niks
B
doei
C
Een kaartje om ergens naar
binnen te mogen
D
ik ben een entreekaartje
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betekent dierentransport
A
dieren van de ene naar de andere plek brengen gedaan door mensen
B
een stukje verzorger eten
C
ik ben dierentransport
D
wat je het mooist, fijnst of
liefst vindt.
Slide 7 - Quiz
hai wat doen jullie
wat is jullie thema
A
klein
B
geluk
C
helden
D
dierentuin
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betekent tropisch
A
spanje
B
Een tropisch gebied ligt in
de buurt van de evenaar. In
in een tropisch gebied is het
erg warm en vochtig
C
middellandse zee
D
hai meester
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
waar staan aleen zoogdieren
A
hert,koolmeesje,wild zwijn
B
vos,marter,eekhoorn,das
C
vos,eekhoorn,kraai,kauw
D
kauw,kraai,duif
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
waar zie je een reptiel
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
waar zie je een dierentuin
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
wat betekent entreekaartje
A
een kaartje om naar binnen te mogen
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
