Hoe schrijf ik een zakelijke e-mail?

Hoe schrijf ik een zakelijke e-mail?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe je een zakelijke e-mail moet schrijven.

Introduceer het leerdoel van de les en benadruk waarom het belangrijk is om te leren.

Wat weet jij al over het schrijven van een zakelijke e-mail?

Doelgroep en doel

Bepaal wie je e-mail gaat ontvangen en wat het doel is van de e-mail.

Geef voorbeelden van verschillende doelgroepen en doelen en laat de studenten bedenken wat voor soort taalgebruik en inhoud geschikt is.

Onderwerp en aanhef

Kies een duidelijk en specifiek onderwerp voor je e-mail en gebruik een passende aanhef.

Laat de studenten oefenen met verschillende onderwerpen en aanheffen en bespreek het effect op de lezer.

Inhoud

Houd de inhoud kort en bondig, gebruik een heldere structuur en vermijd vakjargon.

Laat de studenten een e-mail schrijven met een duidelijke structuur en bespreek hoe je complexe informatie begrijpelijk kunt maken.

Taalgebruik

Gebruik een zakelijke en professionele schrijfstijl, vermijd emoticons en afkortingen.

Laat de studenten een e-mail herschrijven met een meer professionele toon en bespreek het belang van een goede eerste indruk.

Afsluiting

Sluit af met een passende groet en ondertekening.

Bespreken welke afsluitingen gebruikelijk zijn en wanneer je welke afsluiting gebruikt.

Opmaak en bijlagen

Zorg voor een overzichtelijke opmaak en voeg alleen relevante bijlagen toe.

Laat de studenten oefenen met de opmaak en het toevoegen van bijlagen en bespreek het belang van een overzichtelijke opmaak.

Oefening

Schrijf zelf een zakelijke e-mail en wissel deze uit met een medestudent om te beoordelen.

Geef de studenten tijd om een e-mail te schrijven en bespreek de resultaten in de groep.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.