Theorieles blok 1.2 - les 1

• tandartsassistent
• MBO
• Studiejaar 1

Theorieles Specifiek

Blok 1.2 - les 1

Deze les

• Eindopdracht
• Leerdoelen
  
• Voorkennis
• Theorie
• Vragen
• Zelfstandig werken + HERHANSING INSTAPTOETS 1.0

Eindopdracht

Theorietoets over 

• Blok 1.0
• Blok 1.1
• Blok 1.2
• 40 vragen
• Meerkeuze
• 60% voor een voldoende

Leerdoelen les 1

o Aan het eind van deze les kun je beschrijven hoe een periodieke controle in zijn werk gaat en wat je daarbij nodig hebt

o Aan het eind van deze les kun je de anatomie en de pathologie van het parodontium beschrijven

Voorkennis testen

Palmgreep. Je 

Gemodificeerde pengreep

Omgekeerde pengreep

Wat weet je over afsteunen met je instrument?

• Gebruik je derde en/of vierde vinger als steunpunt.
• Maak gebruik van de buurelementen bij het afsteunen.
• Maak gebruik van de kaak waarin wordt gewerkt bij het afsteunen.
• Vermijd mobiele elementen als steunpunt.
• Steun niet af op gingiva, lip en/of wang.

Wat houdt methodisch werken in?

1. Met een planning werken
2. Volgens vaste stappen werken
3. Volgens een bepaalde opzet werken
4. Volgens een bepaalde methodiek werken

Waarom is het goed om systematisch te werk te gaan?

1. Zo vergeet je niets
2. Zo vergeet je niets en werk je makkelijker
3. Zo vergeet je niets en werk je doelmatig
4. Zo vergeet je niets en dat voorkomt fouten

Welke volgorde is juist?

1. Jaarrooster - standaard agenda - werkrooster - afspraak inplannen
2. Standaard agenda - jaarrooster - werkrooster - afspraak inplannen
3. Standaard agenda - werkrooster - jaarrooster - afspraak inplannen
4. Jaarrooster - werkrooster - standaard agenda - afspraak inplannen

Tip!!

Maak een lijst met moeilijke woorden!!

Bedenk ezelsbruggetjes om woorden makkelijker te onthouden

Periodiek mondonderzoek

• Medische anamnese
• Mondhygiëne 
• Gezondheid parodontium (PPS) Let op, in boek staat oude benaming nog!
• Bijt- en kauwvermogen
• Cariësonderzoek

Mondgezondheid bepaalt frequentie van controlebezoek

Ga op internet op zoek wat de PPS inhoudt, incl. de scores

Wat heb je nodig?

• Operatielamp
• Mondspiegel
• Sonde (sikkel- en pocketsonde)
• Evt. röntgenfoto's 
• Meerfunctiespuit

Waarom een meerfunctiespuit?

Parodontium

Ophangsysteem / steunweefsels van de elementen

Functie: 

• Gebit bevestigen in de kaken 
• Beschermen tegen invloeden van buitenaf

Parodontium (ophangapparaat)

Bestaat uit vier onderdelen:

• Gingiva en alveolaire mucosa
• Processus alveolaris (kaakbot)
• Wortelvlies (parodontaal ligament)
• Wortelcement

Gingiva

Vrije (marginale) gingiva: 

• Aan binnenkant tegen element (= sulcus gingivalis)
• Diepte van sulcus: 0,5 - 3 mm (gezond)

Vaste (aangehechte) gingiva: 

• Gedeeltelijk (met vezels en de epitheliale aanhechting) bevestigd aan  

gebitselementen

• Andere deel: verbonden aan processus alveolaris 
• Buccaal te zien als stippeling

Interdentale papil

Vult approximale ruimte tussen twee elementen op

Alveolaire mucosa (c):

• Begint bij rand van vaste gingiva 
• Gaat buccaal over in de omslagplooi 
• Gaat linguaal over in weke delen van mondbodem
• Palatinaal geen alveolaire mucosa 

Wat zijn cementoblasten? (Gebruik evt. internet)

Wortelcement

• Gecalcificeerd weefsel 
• Bedekt wortel
• Hierin zitten vezels van het wortelvlies (Vezels van Sharpey)                                                            bevestigd

• Cellulair cement: met cementoblasen 
• Acellulair cement: zonder cementoblasten

• Cement loopt tot (of er iets overheen) het glazuur: glazuur-cementgrens

Processus alveolaris

Het deel van de kaak waar de tandkassen zitten

Opbouw:

• Twee corticale botplaten (compact bot) (buccaal en linguaal/palatinaal)

Daartussen: 

• Spongieus bot (botbalkjes, beenmerg)
• Lamina cribrosa rondom de alveole (verdikte laag geperforeerd vezelbeen) Hierin de uiteinden van vezels van Sharpey 

a) gingiva

b) corticale botplaten

c) spongieus bot

d) lamina cribrosa

e) cement 

f) dentine 

g) vezels van Sharpey

Wortelvlies

Parodontaal ligament, ligamentum parodontale

Houdt tand in de tandkas (alveole)

Functies (i.c.m. wortelcement en processus alveolaris):

• Fysisch
• Vormend (cementoblasten, osteoblasten (aanmaak bot), osteoclasten (afbraak bot))
• Voedend
• Sensorisch

• Fysisch: krachten opvangen, bevestiging aan bot, beschermen bloedvaten en zenuwen
  
• Vormend: cementoblasten (vormen cement), osteoblasten(vormen bot) en osteoclasten (afbreken bot)
• Voedend: bloedvaten voorzien cement, bot, gingiva van voedingsstoffen
• Sensorisch: regelen en registreren van kauwdruk (gevoel)

Evaluatie leerdoelen

o Aan het eind van deze les kun je beschrijven hoe een periodieke controle in zijn werk gaat en wat je daarbij nodig hebt

o Aan het eind van deze les kun je de anatomie en de pathologie van het parodontium beschrijven

Opdracht

Ga met de opdracht voor deze les aan de slag: theorieopdracht 1

Leer voor morgen de afbeelding (figuur 7.3) uit hoofdstuk 7.2 (Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten) uit je hoofd!

Tweede lesdag (BOL-dag)

a)

Welke term hoort bij a?

1. Marginale (of vrije) gingiva
2. Aangehechte gingiva
3. Interdentale papil
4. Alveolaire mucosa

j)

Hoe noem je onderdeel j?

1. Alveolaire mucosa
2. Processus alveolaris
3. Corticale botplaat
4. Cement

c en m)

Hoe noem je onderdeel c en m?

1. Cement
2. Epitheliale aanhechting
3. Dentine
4. Alveolaire mucosa

d)

Wat is d?

1. De vezelaanhechting (stippeling)
2. De epitheliale aanhechting
3. De margina gingiva
4. De vezels van Sharpey

f)

Hoe noem je f?

1. Dentine
2. Epitheliale aanhechting
3. Cement
4. Vezels van Sharpey

h)

Hoe noem je h?

1. Vezels van Sharpy
2. Epitheliale aanhechting
3. Cement
4. Corticale botplaat

g)

Hoe noem je g?

1. Vezels van Sharpy
2. Lamina cribrosa
3. Spongieus bot
4. Corticale botplaat

Wat is het parodontium?

1. Het tandvlees en het kaakbot
2. Het element, tandvlees en kaakbot
3. Het complete gebit
4. De steunweefsels/het ophangapparaat van de elementen

Noem de vier onderdelen van het parodontium?

• Gingiva en alveolaire mucosa
  
• Processus alveolaris (kaakbot)
  
• Wortelvlies (parodontaal ligament)
  
• Wortelcement

Een gezonde sulcus heeft een diepte van...

1. 0,5 - 1 mm
2. 1 - 3 mm
3. 0,5 - 3 mm
4. 0,5 - 4 mm

Een van de functies van het wortelvlies is fysisch. Wat houdt dat o.a. in?

1. Voeding van cement, bloedvaten, enz.
2. Krachten opvangen
3. Kauwdruk registreren
4. Vorming van cementoblasten

- vlakken

- status

- Latijnse benaming s, i, s, d

- ergonomie doornemen

- één opdracht nakijken/bespreken

Herkansing instaptoets